36
Wij dachten dat partijpolitiek in de gemeenteraad aan bod kwam en bij verlengd lokaal bestuur niet op
nieuw in regioraadsvergaderingen. Op dezelfde bladzijde staat: "Daarbij gaat onze gedachte met name
uit naar overleg met politieke geestverwanten." Hier gaat toch de partijpolitiek een rol spelen. Wat
verder wordt op dezelfde bladzijde weer gesproken over "een politieke weerspiegeling van de gehele
regio". Dit tendeert naar een vierde bestuurslaag. Er is geen aanleiding en geen noodzaak een partijpo
litieke weerspiegeling van de gehele regio te verkrijgen. Waarom zouden de gemeenten niet zelf bepa
len hoe de afvaardiging plaatsvindt? Wanneer onderaan bladzijde 3 wordt opgemerkt dat dit onderwerp
vanaf het eerste begin van de regionale samenwerking voorwerp van discussie is geweest, dan blijkt
hieruit toch wel de weerstand die er kennelijk steeds is geweest tegen het functioneren van de Regio
Friesland-NoordHet zal u duidelijk zijn dat wij niet in alle opzichten meegaan met de inhoud van het
preadvies.
De heer Heere (weth.): De opmerkingen van de heer Buurman zijn voor vrijwel 100% te beschouwen
als een verklaring van zijn opvattingen over het functioneren van de regio en behoeven als zodanig ook
geen andere tegenspraak dan al in het raadsvoorstel is verwoord. De heer Buurman zegt dat hij de regio
beschouwt als verlengd lokaal bestuur. Dat is een constatering die in de raadsbrief al gegeven wordt.
Als hij zegt dat politisering ongewenst is, dan geef ik hem dat toe. Als hij zegt dat de gemeentelijke
vertegenwoordigers primair het gemeentelijk standpunt vertolken, dan is dat geen andere visie dan die
welke in de raadsbrief wordt vertolkt. Zijn slotconclusie, die overigens niet duidelijk was, vond ik,
tendeert meer in de richting van geen fractievorming, want dat is hier voornamelijk aan de orde. De
heer Buurman zegt dan dat er kennelijk steeds weerstand is geweest tegen die fractievorming. Dat is
juist, alleen, hij gaat niet ver genoeg. Hij had namelijk tegelijkertijd moeten opmerken dat de discus
sie over de vraag of er aan fractievorming zal worden gedaan eveneens voortdurend tot de conclusie
heeft geleid dat er inderdaad aan fractievorming werd gedaan. Met andere woorden, tot nu toe is er een
levendige discussie over dit onderwerp geweest, die is uitgemond in de conclusie dat de gemeentelijke
vertegenwoordigers primair in de regioraad zitten als vertegenwoordigers van het eigen gemeenteliik be
lang, maar dat dat niet wegneemt - een en ander wordt ook bedoeld met de zinsnede dat besluitvorming
zonder politiek niet mogelijk is - dat men beide kan doen, zonder de regio tot een vierde bestuurslaag
te promoveren
De heer Buurman: Ik handhaaf mijn standpunt.
Besloten wordt overeenkomstig het preadvies van het dagelijks bestuur van de Regio Friesland-
Noord.
Punt 42 (bijlage nr. 398).
De Voorzitter: Aan de orde is het preadvies met betrekking tot de brief van het PEL inzake de ont
ruiming van de Maria Louisastraat 2.
Mevrouw Vlietstra: Ik wil graag een aantal opmerkingen maken over dit preadvies. Het lijkt mij
niet zinvol nog eens uitvoerig in te gaan op de antwoorden die gegeven worden op de vragen van groep
1 - deze vragen gaan over de ontruiming van het pand in de Maria Louisastraat -, omdat dit in de Com
missie voor de Openbare Orde al is gebeurd. Daarbij is gebleken dat uw informatie over het al da>. niet
bewoond zijn van het pand en het gebruik van geweld door de politie verschilt van mijn informatie. Die
discussie hoeven wij mijns inziens niet te herhalen. Door de krakers is intussen een klacht ingediend.
Bij de behandeling van die klacht zal wel blijken hoe de werkelijke gang van zaken is geweest.
Ik wil wel ingaan op de antwoorden die gegeven worden op de vragen van groep 2. Uit deze ant
woorden krijgt mijn fractie de indruk dat er geen duidelijk beleid bestaat met betrekking tot kraken. Bij
ons komen bijvoorbeeld de volgende vragen op: Welke stappen worden achtereenvolgens gezet als kan
worden verondersteld dat een pand is gekraakt? Wanneer is er volgens u sprake van huisvredebreuk en
hoe wordt dat vastgesteld? Welke richtlijnen heeft de politie bij ontruiming ingeval van huisvrede
breuk? Op grond daarvan willen wij u dan ook het volgende voorleggen. Ten eerste, bent u het met ons
eens dat het goed zou zijn om de raad een uiteenzetting voor te leggen over het in Leeuwarden te voe
ren kraakbeleid? Ten tweede, zo ja, op welke termijn denkt u dat te kunnen doen? Wij hechten hier
nogal aan, omdat het ons niet ondenkbaar lijkt dat in de nabije toekomst meer kraakacties zijn te ver
wachten, waarbij het naar ons idee zowel voor de politie als voor de krakers van belang is te weten
waar men aan toe is.
Tot slot willen wij nog opmerken dat in de uiteenzetting die wij graag tegemoet zien zowel punten
37
aan de orde zouden moeten komen die betrekking hebben op de openbare orde als punten die te maken
hebben met volkshuisvesting.
Mevrouw Van der Werf: Naar aanleiding van de brief van PEL het volgende. In feite valt deze brief
in twee delen uiteen. In de eerste plaats gaat het om vragen die betrekking hebben op de bewuste ont
ruiming van het pand Maria Louisastraat 2. Voor de beantwoording van die vragen wordt verwezen naar
de schriftelijke vragen die door mijn fractie zijn gesteld. Het ging in die vragen hoofdzakelijk om twee
elementen. Ten eerste de kritiek die er was op het blijkens onze informatie gebruikte geweld bij de ont
ruiming. De daarover in de Commissie voor de Openbare Orde gevoerde discussie ontaardde op een ge
geven ogenblik in welles-nietes spelletjes. Wat dat betreft ben ik het met mevrouw Vlietstra eens dat
het beter is dat wij, nu er klachten zijn ingediend, in de klachtencommissie daarop verder ingaan. Wel
wil ik opmerken dat de lezing, zoals die in de beantwoording van onze vragen door het college is gege
ven, duidelijk niet onze lezing is. Het tweede element heeft betrekking op de vraag of er wel of niet
op juiste gronden is ontruimd; de brief van PEL gaat hier ook op in. De burgemeester antwoordt dat ont
ruiming met name is gebeurd op grond van het feit dat de krakers op heterdaad zijn betrapt bij het ple
gen van huisvredebreuk. Het zal iedereen zo langzamerhand wel bekend zijn dat het lang niet altijd zo
eenvoudig is om in geval van kraakacties vast te stellen of er wel of niet sprake is van huisvredebreuk.
Er zijn immers zoveel situaties bekend geworden waarin huiseigenaren het door middel van een schijn
vertoning deden voorkomen alsof er sprake was van bewoning. Met andere woorden, voordat er opgetre
den wordt tegen krakers op basis van aangifte van huisvredebreuk zal er zeer zorgvuldig moeten worden
nagegaan of die woning ook inderdaad bewoond is. In dit geval is dat ons inziens beslist niet zorgvuldig
gebeurd. Er is alleen gehandeld op basis van verklaringen van de eigenaar en de beherend makelaar. De
Frigas deelde mee dat gas en elektrisch nog aangesloten waren. Het bleek echter dat de waterleiding al
een jaar afgesloten was. Een moeilijke bewoning lijkt mij dat, zonder water, maar goed! Met name uit
het laatste feit had ons inziens geconcludeerd moeten worden dat enige twijfel op zijn plaats was en dat
opzijn minst overleg met de burgemeester geboden was. Bovendien had men informatie moeten inwin
nen, bijvoorbeeld bij de omwonenden. Dat is niet gebeurd en dat vinden wij onjuist. Ik wil er verder
niet op ingaan of er inderdaad wel of niet feitelijk sprake is geweest van bewoning en dus wel of niet
van een valse aangifte. Dat is mijns inziens meer een juridische procedure. Het gaat hier om de vraag
hoe de politie in dit soort situaties handelt.
Daarmee kom ik dan op de tweede groep vragen, die betrekking heeft op het algemene beleid. Ik
vind dat b. en w. wat dit betreft uiterst vaag blijven en een vaag beleid biedt ons inziens de kans tot
onzorgvuldigheid, zoals in de Maria Louisastraat. Wij willen b. en w. daarom vragen duidelijke richt
lijnen op te stellen hoe te handelen in geval van kraakacties. In het antwoord wordt gezegd dat het
moeilijk is hiervoor algemene lijnen aan te geven; eerl en ander is ook al in de Commissie voor de
Openbare Orde gezegd. Blijkens mijn informatie zijn er echter ook gemeenten waar dit heel duidelijk
wel is gebeurd. Wij denken bijvoorbeeld aan afspraken dat er in geval van betrapping op heterdaad bij
huisvredebreuk niet eerder stappen worden ondernomen dan nadat er overleg heeft plaatsgevonden tussen
korpsleiding, burgemeester en officier van justitie en zeer zorgvuldig is nagegaan, door het vragen van
inlichtingen aan alle mogelijke betrokkenen - dus ook omwonenden -, of er inderdaad sprake is van
huisvredebreuk en dat er in geval van twijfel niet tot ontruiming wordt overgegaan. Ik denk bij richtlij
nen ook aan afspraken in het tripartite-overleg over wat er onder het blijkens het bijgevoegde artikel
van PEL rekbare begrip "betrapping op heterdaad" wordt verstaan en aan afspraken hoe te handelen bij
het verschijnsel "knokploegen" enz. Zoals het nu is, is het beleid in dergelijke situaties onduidelijk en
ondoorzichtig. Vandaar dat wij graag willen dat de burgemeester daarover meer duidelijkheid verschaft
en de Lommissie voor de Openbare Orde daarin betrekt. Wij hebben daarvoor een motie gemaakt, die
als volgt luidt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 1 novem
ber 1982, dringt er bij de burgemeester op aan
- richtlijnen op te stellen omtrent de handelwijze c.q. het ingrijpen van de
politie bij meldingen van kraakacties;
- deze richtlijnen ter discussie te stellen in de Commissie voor de Openbare
Orde."
De motie is mede-ondertekend door de heer Siemonsma.
Ik denk dat een en ander niet zo verschrikkelijk veel tijd vraagt en wij hopen dan ook dat dit punt
ln een van de eerstvolgende vergaderingen van de Commissie voor de Openbare Orde aan de orde kan
komen.
Dan nog een paar losse punten. PEL stelt ook vragen over de rol die de brandweer bij de ontruiming