4
Sub E t.e.m. H.
De verzoeken en de brieven worden in handen gesteld van b. en w. om preadvies.
Sub en J.
De beroepschriften worden in handen gesteld van de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften
om advies.
Sub K en L.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Sub M.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 26 juli 1982, ingekomen op 4 oktober 1982, van het Frysk
Anti Faksisme Komitee (FAFK) te Leeuwarden, inzake het bekladden van muren, gebouwen, bushokjes
e.d. met fascistische en racistische leuzen.
Mevrouw Vlietstra: Ik wil graag een aantal opmerkingen maken over deze brief en het antwoord
daarop van het college. Het FAFK verzoekt het college om medewerking voor de verwijdering van fas
cistische en racistische leuzen op muren en gebouwen in Leeuwarden. Verzocht wordt om deze leuzen,
zodra zij door de politie zijn geconstateerd, te laten verwijderen door de gemeentereiniging. In het
voorgestelde antwoord schrijft het college dat ook b. en w. het bekladden van muren, deuren, schuttin
gen e.d. met leuzen betreuren en dat zoveel als mogelijk is gezorgd wordt voor het schoonmaken van de
gebouwen e.d. De vraag die naar aanleiding hiervan bij ons opkomt is, wat het antwoord concreet bete
kent en hoe het antwoord zich verhoudt tot de suggestie die het FAFK in zijn brief heeft gedaan. Wij
vinden het opnieuw opkomend fascisme een zeer ernstige zaak en wij achten het daarom van groot be
lang dat de gemeente zich actief opstelt bij het verwijderen van leuzen. Wij hebben niet de illusie dat
daarmee het fascisme verdwijnt, maar wij vinden het wel belangrijk dat de gemeente duidelijk maakt
wat haar standpunt dienaangaande is.
Een tweede punt waarop ik wil ingaan is het verwijderen van leuzen op particuliere eigendommen.
Het college heeft natuurlijk gelijk als het stelt dat de eigenaar, wanneer het gaat om particuliere ei
gendommen, zelf verantwoordelijk is voor het verwijderen van de leuzen. Niettemin zouden wij graag
zien dat het college onderzoekt welke mogelijkheden de gemeente heeft om ook ten aanzien van het
bekladden met leuzen op particuliere eigendommen actief op te treden. Wij denken daarbij bijvoorbeeld
aan voorlichting vanuit de gemeente. Ook zouden wij graag zien dat het college onderzoekt of er, op
grond van bepalingen uit de overigens nog niet in werking zijnde antidiscriminatiewet, mogelijkheden
zijn om als gemeente actiever op te treden.
Mevrouw Van der WerfIk wil mij aansluiten bij hetgeen mevrouw Vlietstra naar voren heeft ge
bracht. Het is inderdaad zo dat er de laatste jaren helaas een opleving is te constateren van allerlei
fascistische verschijnselen, waaronder het kalken van leuzen en tekens op muren. Ook wij hebben niet
de illusie dat men het fascisme zal tegenhouden door het verwijderen van dergelijke leuzen. Wat dat
betreft zou men een antifascistische politiek moeten voeren waarbij, zoals het FAFK onlangs ook nog in
een brief schreef aan de leden van de raad naar aanleiding van een tentoonstelling die men kortgeleden
heeft geopend, een beter minderhedenbeleid, een beter huisvestingsbeleid en een effectieve bestrijding
van het schrikbarend hoge werkloosheidspercentage onderdelen zijn van een politiek antwoord op fascis
tische tendensen. Een en ander wil echter niet zeggen dat het onbelangrijk zou zijn om de stad en de
dorpen schoon te houden van al die fascistische, discriminerende leuzen op muren en schuttingen. Na
tuurlijk moet de gemeente haar met leuzen bekladde eigendommen schoonhouden. Wat dat betreft hopen
wij dat er een heel actief beleid gevoerd gaat worden.
Er zijn echter ook particuliere eigendommen. In het antwoord zegt het college dat, wat de particu
liere eigendommen betreft, de eigenaar zelf verantwoordelijk is voor het verwijderen van de leuzen.
Wij willen het college vragen of het toch ook een wat actiever beleid zou kunnen voeren door particu
lieren er op te wijzen hoe kwetsend fascistische, discriminerende leuzen op muren kunnen zijn voor
mensen. Een en ander zou kunnen gebeuren door middel van publicaties in Aan de Grote Klok of door
middel van een rondschrijven in die situaties waarin leuzen geconstateerd worden. Ik hoop dat de men
sen er zelf toe overgaan om de leuzen te verwijderen als men er op gewezen wordt. Kan ook onderzocht
5
worden of er in de Algemene Politieverordening (APV) een bepaling kan worden opgenomen waarin ei
genaren verplicht worden om discriminerende leuzen van hun eigendom te verwijderen? Ik wii graag van
het college horen hoe het reageert op met name de voorlichting en op de mogelijkheid om een dergelij
ke bepaling in de APV op te nemen.
De heer Bijkersma: Het was eigenlijk niet mijn bedoeling om over dit punt het woord te voeren.
Mevrouw Vlietstra en mevrouw Van der Werf hebben uitvoerig een aantal zaken over dit punt naar voren
gebracht. Uit hun woorden heb ik kunnen constateren dat ook zij in zijn algemeenheid het schrijven en
het kalken van leuzen op muren betreuren. Ik heb een voorstel. Wij hebben allemaal een binding met
een politieke partij. Misschien dat ook wij actief kunnen optreden door tegen onze politieke partij te
zeggen dat men de leuzen die in de verkiezingstijd op muren zijn geschreven nu eens zelf verwijdert;
wij zijn dan al een heel eind. Ik zou graag willen dat alle raadsleden dat doen. (Mevrouw Van der Werf:
Discriminerende leuzen zijn wel wat anders, mijnheer Bijkersma!)
De heer Buurman: Ik wil opmerken dat wij ten aanzien van het verwijderen van leuzen niet selec
tief te werk moeten gaan. Verwijdering moet ook gelden voor andere kwetsende leuzen. Men selecteert
nu naar fascistische en racistische leuzen, maar een en ander zou ook kunnen gelden voor communisti
sche leuzen.
Mevrouw De Jong: Ik wil mij aansluiten bij hetgeen mevrouw Vlietstra en mevrouw Van der Werf
hebben gezegd. Wij hebben het hier heei duidelijk over antidiscriminerende leuzen, daaronder wil ik
nier de politieke leuzen rekenen. Volgens mij zijn politieke leuzen nou niet bepaald kwetsend, laat
staan dat zij anderen zeer zouden doen. Hooguit kan men het met die leuzen niet eens zijn.
De Voorzitter: Ik wil beginnen met te zeggen dat wij - het is ook al onder punt M van de medede
lingen gesteld - in zijn algemeenheid het bekladden van schuttingen, muren en dergelijke uitermate be
treuren. Het is een slechte zaak om zijn mening op deze wijze kenbaar te maken, want er zijn allerlei
andere en betere middelen om den volke kond te doen van die mening. Het bekladden is ook erg ontsie
rend voor de stad. Wanneer men aan het kladden is betekent dat een stukje verloedering van een woon
gemeenschap. Bekladden is des te erger wanneer het dan ook nog gaat om discriminerende leuzen waar
onder ik zeker ook versta, net als de meeste raadsleden die zojuist aan het woord zijn geweest, fascisti
sche en racistische leuzen. Wat kunnen wij hieraan doen? Op zich niet veel meer dan datgene wat on
der punt M van de mededelingen staat. Wat onze eigendommen en de openbare weg betreft heeft de
Dienst Openbare Werken de uitdrukkelijke opdracht om, daar waar geklad en gekliederd is en wordt,
het gekladde en gekliederde zo snel mogelijk te verwijderen. Een en ander kost ons vrij veel geld per
jaar. Hoewel het verwijderen misschien niet iedere dag gebeurt, wordt er wel voortdurend op gelet.
Van particuliere eigendommen hebben wij met de vingers af te blijven. Wij kunnen niemand naar
die eigendommen sturen, omdat wij daar gewoon niet aan mogen komen.
Er is ook gevraagd of wij, nog afgezien van het zojuist genoemde feit, dienaangaande iets kunnen
doen. Genoemd is daarbij het schrijven van een artikel in Aan de Grote Klok. Wanneer dit artikel een
stukje filosofie bevat zoals ik dat in het begin heb gesteld, dan kunnen wij een en ander best overwe
gen o'n artikel zou wellicht een goede zaak zijn, maar dan graag op de manier zoals ik het zopas
heb verwoord
en concrete vraag van mevrouw Van der Werf is of datgene wat in de APV reeds over deze proble
matiek is opgenomen wat stringenter kan worden gesteld, opdat men ook kan optreden wanneer particu
lier eigendommen aan de openbare weg worden beklad. Ik heb al eens eerder in deze raad gezegd dat
Wij op het ogenblik de APM onder handen hebben. Ik wil mevrouw Van der Werf graag toezeggen dat
wij punt meenemen en bij de herziening van de APV zullen bekijken - deze herziening komt te zïj—
nei tijd ook in de raad - of wij een en ander wat stringenter kunnen aanhalen.
Mevrouw Van der Werf: Ik ben blij met de toezegging van de voorzitter dat hij wil nagaan of iets
dergelijks in de APV kan worden opgenomen. De voorzitter zegt heel nadrukkelijk "zoals ik het zopas
heb verwoord". Ik constateer dat de voorzitter in zijn algemeenheid spreekt over het kalken van leuzen
en dergelijke. Waar het ons hier heel nadrukkelijk om gaat is het kalken van discriminerende leuzen;
net FAFK wijst daar namelijk ook op. Wij willen niet praten over het kalken of over het plakken van
leuzen in zijn algemeenheid, maar wij praten hier op dit moment over een van de elementen van het
voeren van een antifascistische politiek. Om die reden willen wij graag dat bijvoorbeeld in Aan de
Grote Klok de mensen worden opgeroepen om de leuzen te verwijderen. Het moet dan niet een oproep
in zijn algemeenheid zijn, maar een oproep waarbij heel duidelijk wordt beargumenteerd hoe kwetsend