16
lege dat in de vakantieperiode deze beslissingen genomen heeft. De heer Niemeijer heeft reeds gezegd
dat de informatie over de isolerende maatregelen erg summier is. Ik heb daarover zojuist bij de beant
woording van de opmerkingen van de heer Dubbelboer al het een en ander gezegd. De heer Niemeijer
heeft ook gevraagd hoe het komt met de eengezinswoningen. Als men de voorbereiding van dit plan, de
voorbereiding van het plan voor de houtrijke woningen, de voorbereiding van de gunning en de voorbe
reiding van het plan voor de eengezinswoningen op een rij zet, dan is de rek er praktisch uit. Wij moe
ten op dit moment alle nadruk leggen op het voorbereiden van het volgende project, namelijk de hout
rijke woningen en de eengezinswoningen. Deze voorbereiding is ook een race tegen de klok. Ik hoop
dat de raad er begrip voor heeft dat op dit moment de informatie over de subsidie voor isolatie misschien
iets achterblijft. Ik heb er op dit moment - ik zeg dat erg openhartig - meer belang bij dat wij op tijd
met onze cijfers komen en dat wij op tijd met onze berekening zijn. Zoals ik zojuist al heb gezegd heb
ben wij voor de isolatie nog een aantal weken tijd, die hangt niet vast aan de gunning. De heer Nie
meijer heeft ook vrij uitvoerig gesproken over de woonomgeving. Met de plannen voor de inrichting van
de woonomgeving is men inderdaad al lang bezig. Het is duidelijk dat er wat dat betreft na de renovatie
van deze woningen iets moet gebeuren. Het is alleen de vraag of wij nu een beslissing moeten nemen.
Moeten wij nu de beslissing nemen over wat wij gaan doen met de pleinen van Heechterp? Als de heer
Niemeijer stelt dat de huurders duidelijk plannen hebben en initiatieven hebben genomen, dan wil ik
daar een zin aan toevoegen, namelijk dat het een goede zaak is dat de gemeente, als de huurders plan
nen maken, ook inspraak heeft.
Mevrouw De Jong is de heer Niemeijer gevolgd in de lof voor de huurdersvereniging. Zij stelt dat
wij de relatief goedkope woningen moeten behouden en dat ben ik van harte met haar eens.
Mevrouw Visscher heeft een erg waardevolle opmerking gemaakt toen zij sprak over een tijd van
recessie en zei dat wij zuinig moeten zijn op onze oudere woningen. Als de cijfers en de berichten die
de laatste dagen uit Den Haag komen op waarheid berusten - nieuwbouw wordt steeds moeilijker, de
vrije sectorbouw gaat achteruit en het aantal woningwetwoningen dat gebouwd gaat worden wordt steeds
kleiner -, dan moeten wij nog meer dan vroeger en met name in deze tijd van recessie erg zuinig zijn
op ons woningbezit. Wij moeten met grote vaart doorgaan met het herstellen van het achterstallig on
derhoud. Mevrouw Visscher stelt de vraag hoe ik denk dat er verder moet worden gegaan nu de pot leeg
is. Hoewel mevrouw Visscher verheugd is over het feit dat het groot onderhoud in Heechterp wordt uit
gevoerd, zegt zij dat wij meer wijken hebben. Zij heeft daar volstrekt gelijk in. Wij hebben goede
hoop dat wij ondanks de labiele situatie van het Woningbedrijf, dat in een artikel 12-sfeer zit, met
rijksleningen door kunnen gaan ons woningbezit met vaart te renoveren.
De heer Dubbelboer: Ik ben blij dat de wethouder mijn rekenwijze kan volgen. De opmerking dat
een groot gedeelte van de bewoners niet mee wil doen aan het isolatieproject vind ik toch wat zorge
lijk. Ik wil er dan ook sterk op aandringen dat wij in de wijk, hoewel actie voeren niet de eerste taak
is van de gemeente, sterk actie gaan voeren om toch zoveel mogelijk bewoners te bewegen mee te doen
aan het isolatieproject. Wij moeten daarbij aan de bewoners ook duidelijk maken dat de 35, die in
de raadsbrief "huurverhoging" wordt genoemd, niet alleen een kale huurverhoging is maar dat ook een
niet onaanzienlijk gedeelte van dat bedrag, gezien de hoogte van de gasprijzen - daar zullen wij straks
nog over praten -, terugkomt via een lagere gasrekening en dat de voorzieningen resulteren in een stuk
verhoogd woongenot. Ik wil het voorstel doen om, na de uiteenzetting van de wethouder over het, als
ik het zo mag noemen, raamkrediet dat voor de woningisolatie is aangedragen, niet zomaar met dit kre
diet akkoord te gaan, maar er een voorwaarde vanuit de raad aan te verbinden. Ik ben erg bang dat de
100% die in de raadsbrief genoemd staat niet gehaald wordt. Een voorstel van mij is, willen wij als raad
dit raamkrediet ter beschikking stellen, dat minstens 80% van de bewoners mee moet doen aan het isola
tieproject. Als deze 80% niet wordt gehaald dan moeten wij daarop in de raad nog eens terugkomen.
(De Voorzitter: Wilt u dat even toelichten, mijnheer Dubbelboer? Het is een inhoudloos voorstel.) Ik
ben het met de wethouder eens dat men niet voor elke 100.000,bij de raad terug hoeft te komen.
Ik hoor het antwoord wel van de wethouder, mijnheer de voorzitter.
De heer Niemeijer: De wethouder is met een wat maffe opening begonnen. Sorry dat ik het zo zeg,
maar ik had dit ook gezegd als ik een complimentje had gekregen. Ik heb echter niet een complimentje
gekregen terwijl ik dat wel heb verdiend. De wethouder zegt dat in één adem bij de complimenten aan
de huurdersvereniging genoemd hadden moeten worden: het Gemeentelijk Woningbedrijf en de gemeen
te. Laat ik dat warempel nou ook gedaan hebben in een zin die ik in één adem heb uitgesproken. Ik heb
onderkend en dat heb ik ook genoemd dat er in de vakanties aan de plannen is gewerkt. Maar goed, la
ten wij daar niet verder over discussiëren. (De Voorzitter: Het is prima, mijnheer Niemeijer, u spreekt
een beetje snel, dus kon de wethouder u zo gauw niet volgen.) Ik heb er verder niet veel behoefte aan
om uitdrukkelijk te reageren.
17
De wethouder heeft mijn opmerkingen en aanbevelingen negatiever geïnterpreteerd dan ze bedoeld
zijn. Ik heb in positieve zin over de woningisolatie gesproken, hoewel ik ook besef dat er tijdproblemen
waren. Ik heb geprobeerd om een aantal vragen te deponeren, eerder in stimulerende zin dan direct be
doeld als kritiek.
Wat betreft de binnenterreinen heeft de wethouder zich wel erg gemakkelijk afgemaakt van mijn
opmerking. Er is natuurlijk langdurig overleg geweest tussen de bewoners en de gemeente en ik vind dat
al inspraak over en weer. Op een bepaald moment doet de gemeente niets meer. De bewoners zijn met
nieuwe plannen gekomen en het gesprek is weer geopend. Ik vind dat dit gesprek momenteel in alle re
delijkheid plaatsvindt, ik heb niet anders beweerd. Door de manier waarop over deze materie is gespro
ken zijn er zeker naar de bewoners toe verplichtingen geschapen. Deze opmerking wil ik graag depone
ren en ik zou het op prijs stellen als daar een antwoord van de wethouder op komt.
De heer Miedema (weth.): De heer Dubbelboer houdt wat moeite met het raamkrediet. Hij geeft mij
toe dat het niet werkbaar is om voor ieder bedrag opnieuw naar de raad te gaan. De heer Dubbelboer
wil ook een zekerheid inbouwen. Als minder dan 80% van de bewoners meedoet aan het isolatieproject
dan moeten wij daarover in de raad nog eens praten. De kans dat ik terug moet komen is erg groot, want
80% is erg optimistisch. Wij gaan ons best doen en wij gaan duidelijk wervend bezig met de isolatie in
Heechterp. Willen wij vlot kunnen werken en willen wij kunnen inspelen op het leveren van ramen, dan
vraag ik toch de medewerking van de raad om dit raamkrediet te verlenen zodat wij uitvoering aan het
plan kunnen geven. Op dit moment gaan wij het onderhoud aan de eerste woningen uitvoeren, mijnheer
Dubbelboer. Wij hebben onvoldoende zicht op de vraag hoe de laatste flats reageren. Op het moment
dat wij de eerste ramen moeten bestellen hebben wij onvoldoende zicht op de uiteindelijke score. Als
de heer Dubbelboer mij bindt aan een percentage van 80 - hij tracht de raad daarin mee te krijgen -
omdat anders het krediet niet wordt gegeven, dan is dat niet een werkbaar geheel. Ik geef de raad ern
stig in overweging het raamkrediet, zoals dat in het voorstel staat, wel te geven.
De heer Niemeijer heeft gezegd dat ik negatief over hem zou zijn geweest. Dat is dan zo overge
komen, maar het is niet mijn bedoeling geweest. Ik hoop dat hij dat van mij aanneemt. Hij zegt ook dat
ik iem dingen verwijt die hij gezegd heeft. Het zij dan zo en ik neem dat graag aan als de heer Nie-
m- jer dat in tweede instantie zegt. Over de binnenterreinen zegt de heer Niemeijer dat ik daar te snel
aan voorbij ben gegaan. Er is immers veel gebeurd en er zijn bepaalde verwachtingen gewekt die geho
noreerd dienen te worden. Op een en ander moet gestudeerd worden en ik zie de bewoners van Heech
terp de wenkbrauwen fronsen en zeggen: nu weer studeren, wij moeten aan het werk. Dat spreekt mij
aan, alleen één ding. De gemeente kan op dit moment niet de toezegging doen om grote fondsen te be
steden aan de binnenterreinen van Heechterp. Nu die inrichting niet is meegenomen in de regeling heb
ik niet de vrijheid om te zeggen dat men een bepaalde som geld krijgt waardoor men met de inrichting
kan beginnen. Als er straks in het kader van de renovatie van de laagbouw, waar wij een andere opstel
ling krijgen, misschien een mogelijkheid is om voor het totole HeGchtGrp iets te doGn don zullen wij bo
lans op moeten maken. Als men op dit moment aan mij vraagt wat ik met de binnenterreinen doe dan
moet ik het antwoord op die vraag schuldig blijven. Ik weet alleen dat wij geen geld hebben en dat is
niet zo'n verheffend antwoord, maar het is wel duidelijk.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De Voorzitter schorst, om 21 .05 uur, de vergadering voor de eerste pauze.
De Voorzitter heropent, om 21 .30 uur, de vergadering.
Punten 17 en 18 (bijlagen nrs. 405 en 412).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 19 (bijlage nr. 427).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Gasprijzen.
De heer Meijerhof: Er is vanavond een verdeeld college. Een meerderheid van het college, van
avond 2 stemmen waard, stelt voor om het standpunt van het hoofdbestuur van de VEGIN (Vereniging
van Gasbedrijven in Nederland) te volgen en een minderheid van het college, vanavond drie stemmen
v aard, stelt voor om de motie die op l juni 1981 door de heer Van den Eist en mevrouw Van der Werf is