26
tussen vraagkant en aanbodzijde. Wij willen dan ook met klem een goed, meerjarig personeelsplan be
pleiten
Afsluitend wil ik opmerken dat dit ontwerp-dekkingsplan ons weinig warmte biedt in de ons door
premier Lubbers voorspelde winter. Er is echter een lichtpunt en dat willen wij niet onvermeld laten.
Wij zijn erg gelukkig met het scheppen van ruimte voor nieuw beleid in deze plannen.
De heer Buurman: De moeilijke budgettaire positie en andere gegevens van de gemeente zijn in het
ontwerp-dekkingsplan 1983-1987 over het algemeen duidelijk en overzichtelijk aangegeven. Wegen en
middelen zijn aangedragen om tot ombuiging te komen. Wel moge vanaf deze plaats de wens worden ge
uit dat in dergelijke nota's voortaan meer inzicht wordt gegeven. Ik zou het op prijs stellen wanneer het
college voortaan een indicatie van uitgaven en inkomsten met bijbehorende mutaties bij het betreffende
onderdeel zou willen geven, aangezien afweging dan wat gemakkelijker kan plaatsvinden.
Gaarne wil ik mijn dank uitspreken aan het adres van het college van b. en w. en ambtenaren voor
het vele werk dat zij in korte tijd hebben verricht.
Ik word overigens geconfronteerd met een bestaand en voortgaand beleid, waarin ik geen inbreng
heb gehad en waarvoor ik ook geen verantwoording draag. Het geheel brengt mee dat derhalve een mar
ginale benadering voor de hand ligt. Het is een goede zaak dat
a. niet wordt aangestuurd op een zogenaamde artikel 12-situatie voor de gemeente; ombuigen derhalve
en niet barsten.
b. getracht is zoveel mogelijk werkgelegenheid te behouden en
c. bij het zoeken naar "Een nieuw evenwicht op een lager niveau" de voorkeur is gegeven aan uitga-
venverlagende maatregelen.
Ik plaats vraagtekens bij de vaststelling van het tekort van 3,5 miljoen. Te meer, waar vaststaat
dat hierbij nog geen rekening is gehouden met drie, reeds genoemde, potentiële tegenvallers, waaron
der die welke betrekking heeft op de vergoeding van de kosten van de gemeentepolitie. De haalbaar-
heidsvraag kan trouwens bij verscheidene voorgestelde herwaarderingsprojecten worden geplaatst. De
rapporten van de werkgroepen zullen te zijner tijd klaarheid moeten verschaffen.
De ontwerp-dekkingsvoorstelien in fase 1 geven mij geen aanleiding tot opmerkingen, al heeft het
mij wel verbaasd - en ik heb gemerkt dat ik mij in goed gezelschap bevind, want PAL heeft zich hier
over ook al uitgesproken - dat in het huidige stadium nog driekwart miljoen aan lucht uit beleidssecto
ren kan worden geperst.
Fase 2 plaatst ons voor de voorstellen tot herwaardering van de onder A en B genoemde projecten.
Wanneer dan, zoals wordt gezegd, een onderlinge uitwisseling plaatsvindt, zou dit kunnen indruisen te
gen het uitgangspunt dat door de rijksoverheid aan te brengen bezuinigingen op het terrein van de zoge
naamde specifieke uitkeringen in de ruimste zin des woords in beginsel volledig moeten worden gedragen
door de betrokken beleidssectoren ten aanzien van de in het collegeprogram genoemde prioriteiten. In
principe zal deze zuiver administratief-technische handelwijze geen bezwaar ontmoeten. De vermelding
"in beginsel" schept kennelijk toch wel enige ruimte. Wat meer is, in politiek opzicht zou enige koers
wijziging van de financiële vertaling van in het collegeprogram genoemde prioriteiten bij mij niet eens
zo slecht vallen. Hoe dit ook zij, ik zou
1 de onder B genoemde post Openbare Bibliotheek ad 170.000,(Beleidssector XII - Cultuur),, een
besparing die geen werkgelegenheid behoeft te kosten, voor een belangrijk deel in mindering willen
brengen van de onder A.d. genoemde post Aanvullende taakstelling in verband met tegenvaller on-
derwi jscirculaire en vervoerskosten ex art. 1 3 ad 311 .000,(Beleidssector IV - Onderwijs). Voor
een ander deel zou ik het bedrag willen aanwenden voor het schrappen, althans in dit stadium, van
de post schoolzwemmen, genoemd onder A.b. (Beleidssector IV - Onderwijs), mede in verband met
een eventueel werkgelegenheidsaspect.
2. de onder B genoemde post Sociaal-cultureel werk ad 100.000,— (Beleidssector XIV- Samenle
vingsopbouw en Jeugdwerk), een vermindering die ook geen werkgelegenheid lijkt te kosten, even
eens willen aftrekken van de zojuist genoemde post A.d. Onderwijs ad 311.000,—
3. de voor nieuw beleid uitgetrokken 500.000,— voor het grootste deel willen bestemmen voor die
personele uitgaven van de gemeentepolitie die het rijk niet vergoedt. Het handhaven van de openba
re orde c.q. de bescherming van de burger verdient hoge prioriteit. In verband met het bevorderen
van de werkgelegenheid zou ik voorts ter nadere overweging willen geven een bijdrage aan de Stich
ting Sihof te geven.
4. de voor de Buitenschool verhoogde taakstelling ad 120.000,niet willen laten doorgaan. Ik be
twijfel namelijk sterk of dit een haalbare kaart is. Daarover zou misschien nog wat informatie zijn te
geven
5. de verlaging van de post onderhoud straten en plantsoenen in die zin geïnterpreteerd willen zien, dat
27
de druk op onderhoud van straten en bruggen zoveel mogelijk wordt verlicht; het kan ons later op
breken. Op onderhoud van plantsoenen en dergelijke kan worden versoberd en wellicht is er een mo
gelijkheid om het particulier initiatief door middel van het inschakelen van wijkactiviteiten te be
vorderen
Voorts krijg ik uit bijlage 447 wat Frigas betreft meer en meer de indruk dat dit bedrijf als melkkoe
fungeert voor onze gemeente: Verlaag doodleuk de reserveringen, hetgeen volgens Bartjens het exploi
tatieresultaat ten goede komt, en hupsakee is er een hogere winstafdracht. Wanneer Frigas winst maakt,
is het zaak dat hiervoor een goede bestemming wordt gezocht. De gelden moeten niet zomaar toevloeien
aan de algemene dienst. Die bestemming zou bij voorkeur in de energiesector moeten liggen. Waarom
geen matiging van de tarieven die aan de burgers in rekening worden gebracht? Hierbij zij aangetekend
dat niet alle desbetreffende bedrijven winstgevend zijn. Er is niets op tegen dat wordt getracht de ver
liezen van het ene bedrijf te compenseren met de winsten van het andere. Het gaat er om dat wij het
bezwaar tegen deze winst onderkennen, als door de hoogte van de tarieven de minst draagkrachtigen
niet zonder bijstand van de overheid van de diensten van dit bedrijf gebruik kunnen maken. Dit is een
leuk aanknopingspunt voor die politici die het collegeprogram steunen. Frigas wordt hier aangewend
voor het verkrijgen van een zelfstandige bron van inkomsten. Ik zie dat in de motie van PAL over het
GEB woorden van dezelfde strekking staan, namelijk dat de opbrengst uit het GEB sinds jaar en dag een
erkende inkomstenbron voor de gemeente is. Leuk in deze benarde omstandigheden, maar ik vraag mij af
of het terecht is. Frigas is toch niet opgericht voor het maken van winst? Tot voor kort was winst een
vies woord in bepaalde kringen. Ik heb echter begrepen dat het nu weer mag worden gebruikt. Ik heb
alleen maar uiterst tevreden gezichten gezien als het over Frigas-winst ging. De inkomsten worden van
de burgers verkregen. De normale weg hiertoe is het heffen van belastingen. Wat wij nu claimen is een
sigaar uit eigen doos. Beter gezegd: Een sigaar uit een door de burgers in de provincie gevulde doos.
De politiek-inhoudelijke bijlage geeft mij aanleiding tot het maken van een enkele slotopmerking.
Er zijn punten bij die mijn volle instemming hebben en ik heb daarbij speciaal gelet op Beleidssector IX
- Economische Aangelegenheden in verband met de werkgelegenheidseffecten.
Overigens vraag ik mij in alle gemoede af of wij in deze tijd, nog afgezien van principiële bezwa
ren, zitten te wachten op de financiële vertaling van onder anderen de vergroting van de zeggenschap
van mensen over hun woon-, werk- en leefsituatie, het emancipatieproces van met name vrouwen, een
actief beleid inzake woonrecht van 18-jarigen en leuke dingen voor mensen die kinderdagverblijven en
peuterspeelzalen tot prioriteit verheffen. Bij verschillende voorzieningen zijn eigen bijdragen overigens
zeker niet onredelijk en kan, waar mogelijk, het profijtbeginsel worden toegepast.
'oor gemeentelijke heffingen en belastingen zal zo mogelijk het principe gelden, zo lezen wij op
bladzijde drie van bijlage nr. Ill, dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Nu heb
ik altijd al gedacht dat in het algemeen belastingheffing naar draagkracht aanbeveling verdient. De
mee 'e gemeentelijke belastingen staan echter toch in nauwe relatie tot een concrete dienstverlening?
Uit een oogpunt van rechtsgelijkheid dient dan toch voor dezelfde dienst hetzelfde in rekening te wor
den gebracht? Bovendien vraag ik mij af of de gemeente over de nodige gegevens beschikt ter bepaling
van de draagkracht van de inwoners. Kan daarom de draagkrachtafweging niet beter worden overgelaten
aan ie meer omvangrijke rijksbelasting?
ik ga in het algemeen voorlopig akkoord met de herwaarderingsoperatie en de ons voorgelegde, in
geslagen richting, ondanks mijn bedenkingen ten aanzien van bepaalde punten. Ik heb nu reeds summier
op die punten gewezen, maar kan daarop te zijner tijd nader ingaan. Mijn opmerkingen mogen dienen
om aan te geven welke standpunten ten aanzien van onderscheiden onderdelen mijnerzijds worden inge
nomen. Beantwoording door het college en het geven van nadere informatie zullen mede mijn stemge
drag bepalen ten opzichte van de ingediende moties.
De Voorzitter: Ik stel voor de vergadering nu te beëindigen en deze morgenavond om 19.30 uur
voort te zetten
De Voorzitter schorst, om 22.30 uur, de vergadering tot 30 november 1982, 19.30 uur.