li1 28 Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag, 30 november 1982. RA/ DSVERGADERING van dinsdag, 30 november 1982. (vervolg van de vergadering van 29 november 1982) Aanwezig 34 leden. PvdA de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, H.J. de Haan-Laagland, A. Jongedijk-Welles, J.G. Vlietstra (vanaf 19.45 uur) en T. Wiel inga-Graansma en de heren P. Bron, ir. C.G.H. Geerts (weth.), J.F. Janssen, ir. G.A. Kessler (weth.), J. Schagen, ir. J.A.F.A. Timmermans en G. de Vries (weth.). CDA mevrouw AWillemsma-de Jong en de heren T.A. Boelens, D.E. Heere (weth.), H. Jansma, C. de Jong (vanaf de eerste pauze), W. Miedema (weth.), mr. H.S. Pruiksma, N. Sterk, P.J. Sijbesma en L. Visser. VVD mevrouw M.A. van Dijk-van Terwisga en de heren J. de Beer, R. Burg, J.R. Bijkersma, H. Dubbelboer (vanaf 19.45 uur) en J.A.H. IJestra. PAL mevrouw Jvan der Werf en de heren JD. Niemeijer, S.F. Siemonsma en P. D. van der Wal D'66 mevrouw J. de Jong. GPV TPF/SGP: de heerJ. Buurman. Afwezig: mevrouw G. Visscher-Bouwer en de heren H. ten Hoeve en H. Meijerhof (allen PvdA). Voorzitter: deheerJ.S. Brandsma, burgemeester. Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer. Voet zijn aanwezig: de heren G. J.P. van den Berg, hoofd van de afdeling Welzijn, P. de Boer, plv. hoof: van de afdeling Financiën en Belastingen, drs. A.J. Burger, ambtenaar van de afdeling Financiën en Belastingen, H. Flinterman, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, mr. W.l van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. J. Knottne- rus, oofd van de afdeling Onderwijs, mr. H.A. Lassche, adjunct-secretaris (tot de tweede pauze), en drs. iSikkema, hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie (vanaf de eers; e pauze) 3 Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor de discussie waarmee wij gisteravond na een eerste in- stan: e door de raad zijn opgehouden, voort te zetten. Het college is thans aan de beurt om te reageren op c rgene wat van de zijde van de raad naar voren is gebracht. Ik zou willen beginnen met het maken van 'nkele algemene kanttekeningen die betrekking hebben op de problemen waarmee wij bezig zijn. Ik hen mij ervan bewust dat sommige ervan gemeenplaatsen zijn, maar het lijkt mij toch goed in het kader van Je discussie die wij voeren enkele zaken nog eens te herhalen. Jijna alle fracties hebben hun zorg uitgesproken over de financiële positie van de gemeente Leeu warden. Een moeilijke financiële positie is echter geen probleem waarvoor alleen de raad van Leeuwar den ich geplaatst ziet. Het is ook geen provinciaal probleem, doch wij worden hier geconfronteerd met de landelijke problematiek. De laatste jaren wordt door de overheid meer uitgegeven dan wij met elkaar opbrengen en net als in een gezin of in een bedrijf ontstaan er dan in de overheidshuishouding tekorten die r sschien tijdelijk kunnen worden gedekt of opgevuld met geleend geld, maar op een bepaald mo ment gaat dat niet meer. Zo is de situatie vandaag de dag. Het meest sombere van alles is wel dat er totaal geen symptomen zijn die erop wijzen dat binnen afzienbare tijd een wezenlijke verbetering van de situatie valt te verwachten. Ik vrees dat wij in ieder geval tot het jaar 1990 met deze problematiek zullen moeten worstelen en in dat perspectief zullen wij de zaken moeten bekijken. Het mag erg duide- "jk z;jn dat de lasten die wij met elkaar zullen moeten dragen, of wij het willen of niet, redelijk moe- ten 'den verdeeld. Bij de rijksoverheid komen de middelen binnen, in hoofdzaak belastinggelden, die later aan de lagere overheden worden toegedeeld. Bij de lagere overheden komt verhoudingsgewijs slee) een zeer gering percentage aan belastinggelden binnen. Dat punt speelt in de totale filosofie derhalve geen grote rol.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 15