De heer Buurman: Ik zal, zoals gebruikelijk, kort zijn. Ik heb vanavond met instemming geluisterd
naar de inleiding van de voorzitter. Hij signaleert hier en daar burgerlijke ongehoorzaamheid en waar
schuwt ervoor dat dat niet mag ontaarden in bestuurlijke ongehoorzaamheid, aangezien dan de democra
tie in gevaar is. De voorzitter heeft ook gesproken over het profijtbeginsel. Ik heb daar gisteravond ook
even op gewezen. Ik heb met mijn opmerking bedoeld dat degenen die kosten veroorzaken in beginsel
ook moeten deelnemen in die kosten. Dit gegeven zou natuurlijk wel genuanceerd moeten worden toe
gepast en de zwaksten zouden moeten worden ontzien.
Wat de moties betreft wil ik opmerken dat ik mij ten aanzien van de moties van PAL wil aansluiten
bij het oordeel van het college dat de moties^deels als irreëel en deels als overbodig beschouwt. Ik zou
alleen ten aanzien van de eerste motie willen stellen dat de overweging dat de gemeenten door het ge
voerde rijksbeleid niet langer in staat zijn op verantwoorde wijze binnen een sluitende begroting de
rijksombuigingen op te vangen, niet waar is, want er ligt hier een ontwerp-dekkingsplan waarin de om
buigingen wel degelijk zijn verwerkt.
Wat betreft de tweede motie van de VVD wil ik zeggen dat ik, ook al zou ik het eens zijn met de
overweging, het niet eens zou kunnen zijn met het besluit om de subsidies van zowel Frysk Orkest cis
Cambuur in stand te houden, omdat ik mij wil aansluiten bij het ontwerp-dekkingsplan. Bovendien wordt
het Frysk Orkest hier wel wat ongenuanceerd naast Cambuur gesteld. Op het gevaar af dat ook ik ii de
liberale hoek word gedrukt, zou ik over de eerste motie van de VVD willen opmerken dat er een kleine
verandering in de tekst zou moeten komen. In de overwegingen van de motie staat dat in het ontwerp-
dekkingsplan 1983-1987 ruimte wordt geschapen tot een bedrag van 100.000,voor het ontwikk len
van nieuw beleid. Als men het budgettair wil zien zou men dan over 500.000,moeten spreken. Als
het alleen over het jaar 1983 gaat, kan men over 100.000,spreken.
Ik wil nog even ingaan op de woorden die PAL over mij gezegd heeft. Toen ik gisteravond ove: de
dekkingsvoorstellen van fase 1 sprak, heb ik gezegd dat het mij wat verbaasd heeft dat er in dit stadium
nog driekwart miljoen aan lucht uit beleidssectoren kan worden geperst. Ik heb daar een tussenzin ge
bruikt en heb gezegd dat ik mij kennelijk in goed gezelschap bevond omdat PAL ook al op dat punt had
gewezen. Over Frigas heb ik gezegd dat het bedrijf hier aangewend wordt voor het verkrijgen van een
zelfstandige bron van inkomsten en toen heb ik de link gelegd naar PAL die in de motie over het G.-B
woorden van dezelfde strekking heeft gebruikt. Ik heb toen gezegd dat de winstuitkering van Frigas leuk
voor de gemeente is in deze benarde omstandigheden, maar heb mij wel afgevraagd of het terecht i: dat
deze gelden toevloeien aan de algemene dienst. Frigas is toch niet opgericht voor het maken van winst?
Vervolgens heb ik gezegd dat winst tot voor kort in bepaalde kringen een vies woord was, doch dat ik
heb begrepen dat het nu weer mag worden gebruikt. Ik heb bij het maken van deze opmerkingen hele
maal niet aan PAL gedacht. Ik dacht meer aan de kringen van de vakbeweging. Daar komt eindelijk het
gezonde verstand ook een beetje terug. Ik mag dankbaar constateren dat ik als kleine fractie toch de
aandacht heb getrokken en dat is voor een kleine politieke club mooi meegenomen!
De Voorzitter schorst de vergadering, om 23.20 uur, voor de tweede pauze.
De Voorzitter heropent, om 23.35 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Wij hebben in deze korte pauze als college even gepraat over de wijze waarop wij
in tweede instantie zouden reageren. Wij hebben met belangstelling geluisterd naar datgene wat de raad
ook in tweede instantie naar voren heeft gebracht. Er zijn verschillende opmerkingen en suggesties bij
die wij meenemen bij het verder uitwerken van de herwaarderingsvoorstellen en daarop zullen wij van
avond derhalve niet meer reageren. Wij zullen alleen trachten concrete antwoorden te geven op enkele
concrete vragen en daarna de moties in stemming brengen. Daarmee zullen wij volstaan.
De heer Kessler (weth.): Mevrouw Brandenburg heeft ten aanzien van de voortgangsrapportage ge
vraagd of het niet handig zou zijn ook de Dienst Stadsontwikkeling daaronder te laten vallen. Ik moet
daarop antwoorden dat het naar mijn mening het beste is op basis van de rapportage die in april in de
raad aan de orde komt te beslissen of het nodig is om tussentijds - evenals dat het geval is bij het pro
ject van de 40 niet te vervullen vacatures - met evaluatienota's te komen. De heer Bijkersma heeft ook
op dit punt gereageerd. Hij wil de effecten van de herwaarderingsvoorstellen meer zichtbaar maken.
Wij zijn het daarmee eens, maar wij menen dat het niet handig is dat zichtbaar maken in afzonder- jke
nota's te doen, tenzij het gaat om werkelijk grote projecten zoals de hiervoor genoemde 40 arbeid?
plaatsen. Voor het overige zal gewoon bij de rekening moeten blijken of de taakstelling gehaald is of
niet. De raad heeft gezegd dat elke bezuiniging een bezuiniging op de werkgelegenheid is en ook dat
wij niet de meest arbeidsintensieve investeringen moeten aanpakken. Het college is het daarmee eens.
V
54
De keuze van de investeringen zal een mixture zijn van verschillende overwegingen. Men moet onder
onderen letten op werkgelegenheidseffecten, op de prioriteiten van het collegeprogram en ook op de re
latie die investeringen hebben met allerlei rijkssubsidies.
Over het Concours Hippique is ook nog even gesproken. Ik heb in eerste instantie duidelijk gezegd
dat wij het verlenen van de subsidie op dit moment niet gaan heroverwegen, omdat de raad dit voorstel
de afgelopen herwaarderingsronde heeft afgewezen. Wij achten het overigens niet uitgesloten dat dit
punt toch nog eens de aandacht zal krijgen in volgende herwaarderingsronden.
De heer Bijkersma heeft gezegd dat naar de mening van de VVD de risico-reserve in deze tijd juist
moet groeien. Een risico-reserve is er om in moeilijke tijden gebruik van te maken. Het college meent
dat wij thans in een moeilijke tijd leven en heeft derhalve besloten de risico-reserves niet automatisch
aan te vullen met de rekenings-overschotten, maar deze rekenings-overschotten - juist gelet op de hui
dige problemen - incidenteel te gebruiken.
De PAL-fractie heeft gevraagd of ik het eens ben met het standpunt van de voorzitter in zijn reac
tie op het betoog van PAL over de economische situatie en de als gevolg daarvan moeilijke financiële
situatie van de overheid. Ik ben het inderdaad met het standpunt van de voorzitter eens. Ik ben het bo
vendien eens met de woorden van mevrouw Brandenburg in het interruptiedebat. Naar mijn mening is de
enig juiste constatering in feite dat sociaal-democraten en klein links verschillende opvattingen hebben
over hoe de plaatselijke politiek zich met het rijksbeleid moet bemoeien. (Mevrouw Van der Werf: Met
dat soort overwegingen moet u in het vervolg rekening houden bij het opstellen van het collegepro
gram.)
:.en andere vraag van PAL ging over de methodiek en ik zal daarop duidelijk antwoorden. De idea
le situatie zou zijn dat er een totaal-overzicht zou komen van alle activiteiten, aangevende een haar
scherp inzicht in de effecten, wie gebruik maken van de activiteiten, hoeveel werkgelegenheid het een
en ander kost en welke doelstellingen worden bereikt. Het moet echter duidelijk zijn dat het volstrekt
onmogelijk is, alleen al vanwege allerlei praktische overwegingen, een dergelijk overzicht in een jaar
boven tafel te krijgen. Wij moeten niet de pretentie hebben dat wij, als wij de zaak fundamenteel wil
len aanpakken, in een jaar van de vloer op de zolder kunnen springen. Wij zouden daarmee juist via
een geleidelijk proces aan de gang moeten en ik denk daarom dat PAL de betreffende motie toch maar
moet indienen
De heer De Vries (weth.): Mevrouw Brandenburg heeft ten aanzien van de Buitenschool gevraagd
waarom de kwestie van de bijdrage van de buitengemeenten pas met ingang van het nieuwe schooljaar
wordt aangepakt en niet met ingang van het nieuwe jaar. Mijn antwoord daarop is dat er tot op heden
nog geen beperkende bepalingen bestonden voor kinderen van buiten de gemeente die tot de Buiten
school werden toegelaten. Het is niet mogelijk om daarin tussentijds veranderingen aan te brengen om
dat de kans zou bestaan dat ouders hun kinderen om die reden van school zouden moeten nemen. (Me
vrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Het gaat hier toch om geld van de gemeenten van herkomst van de kinde
ren en niet om geld van de ouders?) (De Voorzitter: Als die allebei niet willen betalen, wordt het een
probleem.) Wij zullen de hele materie nader bekijken en de raad daarover in een later stadium informe
ren.
De heer Bijkersma heeft opgemerkt dat alle ongeveer duizend posten van de begroting van onderwijs
maar eens-moeten worden doorgelicht. Ik wil hem eraan herinneren dat de begroting van onderwijs de
enige is die in de eerste bezuinigingsronde echt post voor post is doorgelicht, hetgeen geresulteerd heeft
in een bezuiniging van 1 .508.000, U kunt alles terugvinden in de stukken die u daarover heeft.
De heer Miedema (weth.): Er is door enkele sprekers opnieuw over het GEB gesproken. Het college
is bereid het voorstel van mevrouw Brandenburg om een p.m. post voor de normwinstuitkering van het
GEB op te nemen, over te nemen.
Mevrouw Van der Werf heeft gevraagd wat wij bedoelen met de opmerking over de ontwikkelingen
in het takenpakket van de Dienst voor Reiniging en Brandweer. Wij bedoelen daarmee dat het binnen
kort in werking treden van het Olaf gevolgen zal hebben voor onze dienst en dat in die zin een aanpas
sing van het takenpakket tot de mogelijkheden behoort.
De heer Heere (weth.): Ik wil nog even reageren op de opmerking van mevrouw Brandenburg met
betrekking tot de Kunstuitleen. Zij heeft gezegd in principe met de bezuiniging akkoord te gaan, mits
de taken van de Kunstuitleen niet worden aangetast. Ik moet in alle eerlijkheid zeggen dat ik dat niet
op voorhand kan garanderen. De taakstellende bezuiniging is 80.000,op een budget van
160.000, Bovendien moet een samenwerking met de bibliotheek worden bevorderd. Dat zal denke
lijk wel enige moeite kosten. Gezien de taak van de bibliotheek op het gebied van exposities en die