is direct of indirect afhankelijk van de collectieve sector. Het mag een ieder duidelijk zijn dat over
heidsbezuinigingen daarop hun directe weerslag hebben. In de tweede plaats hebben de voorgestelde
bezuinigingen directe invloed op de werkgelegenheid. Tienduizenden arbeidsplaatsen verdwijnen, de
koopkracht daalt en het beroep op werkloosheidsuitkeringen neemt toe. Wat het tweede pakket maatre
gelen betreft moeten wij stellen dat de financiële ruimte die het bedrijfsleven krijgt, voor een belang
rijk deel wordt gebruikt voor automatisering en investeringen in het buitenland. En ook deze activitei
ten verscherpen de crisis in plaats van haar op te lossen. Het anti-crisisbeleid van de regering is niet
anders te typeren dan als een rechts beleid dat de particuliere productie ziet als de kurk waarop wij
drijven. Het is een beleid dat de falende kapitalistische productiewijze ongemoeid laat en dat nog
steeds uitgaat van de rechtse drogreden dat overheidsuitgaven improductief zouden zijn. Intussen neemt
de crisis wel steeds ernstiger vormen aan. Nog even en wij hebben een miljoen werklozen. De koop
kracht daalt steeds verder en de sociale zekerheid staat op de tocht: Denk maar aan de pas afgekondig
de maatregel de bijstand voor 16- en 17-jarigen af te schaffen! De last van de crisis wordt op de zwak
ken afgewenteld. Al meer dan 400.000 huishoudens leven onder de armoedegrens. Het blijkt dus dat het
overheidsbeleid tot nu toe volstrekt geen antwoord biedt op de grote economische problemen. Sterker
nog, het bezuinigingsbeleid is zelf een van de oorzaken van de grote economische malaise. En aan een
dergelijke neerwaartse spiraal moeten wij als gemeenten meewerken door zonder slag of stoot de rijksbe
zuinigingen te verwerken in onze begroting? "Naar een nieuw evenwicht op een lager niveau", zegt
het college. Volgend jaar weer een lager niveau en dan nog een lager en ga zo maar door? Als wij dat
doen, voeren wij zonder meer een rechts beleid uit en daar passen wij voor. Dat CDA en VVD als
plaatselijke representanten van de landelijke crisisbevorderaars willoze uitvoerders zijn van het rege
ringsbeleid kan ik nog volgen, maar de linkse partijen - en die hebben hier in de raad de meerderheid -
zullen een strategie moeten bepleiten die dit crisisversterkend beleid aanvecht. Landelijk in de Tweede
Kamer, buitenparlementair, samen met de vakbeweging, maar ook vanuit de gemeenten zullen wij ons
met hand en tand moeten verzetten tegen het beleid van de regering om op de uitkering aan de gemeen
ten te bezuinigen. Juist hier in de gemeenten merken wij immers de directe negatieve effecten die deze
bezuinigingen op de werkgelegenheid hebben. Juist in de gemeenten worden wij geconfronteerd met de
schrijnende ellende waarin veel mensen komen te verkeren. Denk maar aan de bijstandsmoeders met hun
kinderen en denk maar aan al die werkloze jonge bouwvakkers. De lijdzame, passieve houding, zoals
die in paragraaf 3 van het ontwerp-dekkingsplan naar voren komt, is dan ook beslist de orize niet!
Niet alleen op basis van politiek sociaal-economische argumenten - waarbij wij ons overigens in
goed gezelschap van vele linkse economen bevinden - moeten wij ons fel tegen het bezuinigingsbeleid
van de regering keren, maar ook om financieel-technische redenen. Ook wat dit laatste betreft krijgen
wij steun uit een waarschijnlijk voor alle fracties onverdachte hoek, namelijk de Raad voor de Gemeen-
tefinanciën. In zijn "Advies Gemeentefondsbegrotingen 1982 en 1983" van juni 1982 wijst die raad op
de ernstige financiële problemen waarin de gemeenten zich bevinden. Hij zegt: "Tegelijk met de nau
welijks stijgende inkomsten worden de gemeenten geconfronteerd met een aantal forse uitgavenstijgin
gen. Zo brengen de excessieve stijging van het gemeentelijk aandeel in de bijstandsuitgaven en de toe
nemende rentelasten de gemeenten in zeer grote moeilijkheden. De grote afhankelijkheid van de ge
meenten van het rijk voor wat betreft de inkomsten, de overheersende invloed van het rijk op de aarden
de omvang van de gemeentelijke uitgaven en de samenstelling van het gemeentelijk uitgavenpakket dra
gen ertoe bij dat de gemeenten de aanpassing van de sterk stijgende uitgaven aan de nauwelijks toene
mende inkomsten niet kunnen realiseren." Met andere woorden, er moet iets gebeuren. Zo kan het niet
langer.
PAL heeft nooit gepleit voor tekorten op de begroting, met als gevolg de artikel 12-situatie, als
doel op zich en dat doen wij vanavond ook niet. Het heeft geen enkele zin om als gemeente Leeuwar
den individueel in die situatie verzeild te raken. Wêl hebben wij heel regelmatig hier betoogd dat een
manier om ons met hand en tand te verzetten tegen de bezuinigingen op de uitkering aan de gemeenten
zou kunnen zijn een gezamenlijke strategie van financieel in het slop verkerende gemeenten te voeren.
Die strategie bestaat er uit dat al die gemeenten een tekort op de begroting laten zien en gezamenlijk
een aanvraag doen voor een aanvullende uitkering. Elke keer als wij dit te berde brachten, werden wij
om de oren geslagen met argumenten als "dat zal het rijk nooit accepteren, de artikel 12-situatie is het
slechtste dat ons kan overkomen" enzovoort. Het lijkt ons zinvol dat de raad op een goed afgewogen
manier kan discussiëren - en dus niet op basis van nauwelijks onderbouwde beweringen - over de voor
delen van de artikel 12-situatie, onder anderen als politiek-strategisch antwoord van een aantal ge
meenten gezamenlijk, en over de hieraan verbonden nadelen. Daarom lijkt het PAL gewenst dat die
voor- en nadelen de komende tijd op een rij worden gezet, ook al omdat het college zelf in het colle
geprogram heeft geschreven dat op dit moment voor een sluitende begroting wordt gekozen. Omdat de
artikel 12-situatie ook in onze ogen een uiterste stap is, willen wij voorstellen ook naar andere wegen
15
te zoeken om het rijk onder druk te zetten voor meer geld. Een mogelijkheid lijkt ons dan dat gemeen
ten gezamenlijk gaan onderhandelen met het rijk over bepaalde taken waarvoor de gemeenten structu
reel te weinig geld krijgen. Inzet van die onderhandelingen zou kunnen zijn het weigeren bepaalde ta
ken of aspecten van die taken nog langer uit te voeren. Een goed voorbeeld lijkt ons dan de gemeenten
ver boven het hoofd groeiende kosten die samenhangen met het toenemende beroep op de bijstandsuitke
ringen. Juist bijvoorbeeld de Friese gemeenten, waar het werkloosheidspercentage relatief het hoogst is,
zouden zich met betrekking tot dit punt sterk moeten maken voor een aanvullende uitkering of voor ge
hele overname door het rijk van deze kosten en anders zouden zij en bloc moeten weigeren bijvoorbeeld
nog langer de heronderzoeken uit te voeren. Dus, niet meer geld voor een bepaalde taak? Dan weige
ren nog langer bepaalde (nog nader aan te wijzen) taken, die in dwingende rijksregelingen aan de ge
meenten zijn opgelegd, uit te voeren! De gemeenten in staking voor meer geld! Om onze naar voren
gebrachte zienswijze kracht bij te zetten heb ik een motie gemaakt, die luidt als volgt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 29 november
1982,
overwegende,
- dat de rijksoverheid er steeds meer toe overgaat haar bezuinigingen op
een onevenredige wijze af te wentelen op het gemeentelijk niveau;
- dat, waar dit gebeurt door specifieke uitkeringen te beëindigen of te ver
lagen, er een extra beslag op de gemeentelijke algemene middelen wordt
gelegd;
- dat, doordat het rijk een voortdurende intensieve bemoeienis heeft met
uitvoering van taken door de gemeenten, de toch al geringe flexibiliteit
van de gemeentelijke uitgaven nog verder wordt ingeperkt;
- dat tegenover de steeds verdere inkrimping van de vrij besteedbare ge
meentelijke middelen, forse, niet door de gemeente bei'nvloedbare uitga
venstijgingen staan zoals bijvoorbeeld de excessieve stijging van het ge
meentelijk aandeel in de bijstandsuitgaven;
- dat, door het hiervoor aangehaalde beleid, de gemeenten niet langer in
staat zijn op een verantwoorde wijze binnen een sluitende begroting de
rijksombuigingen op te vangen;
besluit
a. Het politiek-financiële beleid van de rijksoverheid ten aanzien van de
gemeenten af te keuren en hiervan blijk te geven aan het parlement en
de regering.
b. Het initiatief te nemen (zo mogelijk met inschakeling van VNG en VFG)
om andere, in soortgelijke positie als Leeuwarden verkerende gemeenten
te organiseren om:
1 Gezamenlijk met het rijk te onderhandelen om een verhoging van de
rijksbijdrage aan de gemeenten te bewerkstelligen op met name die
terreinen waar de specifieke uitkeringen achterblijven bij de feitelij
ke uitgaven op dat terrein en om een overname door het rijk te be
werkstelligen van die taken, waarvan de kosten afhankelijk zijn van
niet door de gemeente te beïnvloeden factoren.
2. Een gezamenlijke actiestrategie te ontwikkelen waarin de vraag be
trokken kan worden of een collectieve aanvraag voor de artikel 12-si
tuatie, dan wel het weigeren uit te voeren van een aantal nader te
bepalen taken, een manier kan zijn om het rijk onder druk te zetten
de uitkering aan de gemeenten te verhogen.
c. Na te gaan welke de preciese gevolgen voor Leeuwarden zijn van een
artikel 12-situatie op dit moment, teneinde nauwkeurig te kunnen afwe
gen de aan deze aanvraag verbonden voor- en nadelen.
De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal
Ik kom nu toe aan het ontwerp-dekkingsplan zelf. In paragraaf 2, waar wordt gesproken over de
voorlopige uitkomsten van het ontwerp-dekkingsplan, noemt het college als een van de grote oorzaken
van het nieuwe tekort het vervallen van de normwinstuitkering van het Electriciteitsbedrijf, te weten
';4 miljoen. Mijn fractie gaat er niet mee akkoord dat dit feit zonder meer als een gegeven wordt geac
cepteerd. Reeds in de gecombineerde vergadering van de Commissie voor de Financiën en de Commissie
voor het Gemeentelijk Electriciteits Bedrijf in juli j.l. is er door verschillende fracties, waaronder onze