noemd, maakt dat wij bijzonder zijn geïnteresseerd in vrouwelijke kandidaten.
Ik heb van de commissaris begrepen dat er geen vrouwelijke sollicitanten
zijn, maar misschien kunnen wij daar nog iets aan veranderen. Wij vinden het
verder van belang dat onze opvatting., dat het besturen van een gemeente poli
tiek werk is, door hem of haar wordt gedeeld. Het kunnen omgaan met uitingen
van onvrede en protest vinden wij zeer belangrijk. Burgerlijke staat, gods
dienstige overtuiging en eventuele geschiktheid van de partner achten wij voor
deze functie geen wegingsfactoren.
De heer Pruiksma: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de commissaris. Als
aanvulling op hetgeen mevrouw Brandenburg namens alle fracties van deze raad
naar voren heeft gebracht zou ik graag een paar korte opmerkingen willen maken.
De CDA-raadsfractie heeft zich gebogen over de uitgangspunten welke naar haar
oordeel de aandacht verdienen bij het schetsen van een profiel ten dienste van
de benoeming van een opvolger van de heer Brandsma. Het zou naar het oordeel
van de fractie in de rede liggen de benoeming van de burgemeester van Leeuwar
den, wat diens politieke kleur betreft, mede te bezien in het wijder strekken
de verband van de bijzondere positie welke Leeuwarden heeft als provinciale
hoofdstad van Friesland in het Noordelijke gewest. In dat verband zou te den
ken zijn aan de bemanning van en de contacten met de Bestuurscommissie Noorden
des Lands, met name gelet op de in die commissie ter sprake te brengen proble
matiek rond infra-structuur en voorzieningenniveau van dit gewest. Alsdan zou
het voor de hand liggen de benoeming van een burgemeester van CDA-huize te be
pleiten, gelet op de politieke kleur van de Commissarissen der Koningin in
Friesland, Groningen en Drenthe, en die van de burgemeesters van Groningen en
Assen. De fractie realiseert zich echter dat een dergelijke aanbeveling zich
niet, althans niet voldoende, verhoudt met de politieke samenstelling van de
Leeuwarder gemeenteraad. Mochten echter thans niet voorziene ontwikkelingen
ertoe leiden dat de voorkeur zou behoren te worden gegeven aan een niet uit
de Partij van de Arbeid afkomstige kandidaat, dan wenst de fractie de hier
voor weergegeven gedachtengang als mogelijke optie onder de aandacht te brengen.
Vooralsnog echter lijkt de aanbeveling van een PvdA-kandidaat voor de hand te
liggen.
Wat het schetsen van een profiel betreft hecht mijn fractie eraan hier,
in tegenwoordigheid van de Commissaris der Koningin, te verklaren dat wij als
fractie prijs stellen op een bijzonder aspect van de nieuw te benoemen burge
meester, namelijk een herkenbare mate van kerkelijke meelevendheid zijner
zijds.
- 5 -
Voor het overige kan ik mij volledig aansluiten bij de woorden van
mevrouw Brandenburg.
De heer Bijkersma: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de Commissaris der
Koningin. De toekomstige voorzitter van deze raad wacht een boeiende taak,
waarbij hij zal worden bijgestaan door een raad welke zich daadwerkelijk en
vooral politiek wenst bezig te houden met het besturen der gemeente. Duist
de politieke inzichten, ook in het dagelijks bestuur, spelen daarbij een
grote rol.
Hoewel wij in gezamenlijk overleg tot een grote eenheid van opvattingen
konden komen zijn er echter voor de VVD een aantal zaken welke beslist niet
onder één noemer zijn te brengen. De VVD-fractie hecht er dan ook aan deze
aspecten zelfstandig naar voren te brengen.
Als eerste punt noem ik dat defensie volgens de VVD-fractie een rijks
taak is en dat de discussie daarover niet in deze raad behoort te worden ge
voerd. Dat standpunt hebben wij in het verleden uitgedragen en zo zullen wij
het blijven doen. Een uitvloeisel van deze rijkstaak is echter de aanwezig
heid van een militair vliegveld in deze gemeente. Een aanwezigheid welke na
de gemeentelijke herindeling qua omvang zal toenemen. De VVD ziet deze aan
wezigheid als een gegeven. Uitgaande van dit gegeven kan het volgens de VVD-
fractie niet zo zijn dat de toekomstige voorzitter van deze raad een persoon
lijke instelling zou hebben welke tegenover de aanwezigheid van dat militaire
apparaat staat. Vooral een openlijk uitdragen van zo'n tegenstelling zou
grote verwarring veroorzaken. Meer wil ik er, gezien mijn uitgangspunt, niet
over zeggen.
Als tweede punt breng ik naar voren dat bij het dagelijks besturen van
een aantal gemeenten de geest van Thorbecke, zoals hij die heeft neergelegd
in de Gemeentewet,meer en meer wordt verlaten. Zo is ook in deze gemeente
het vormgeven aan een afspiegelingscollege verlaten. Nu klinkt het liberale
denken niet door bij het dagelijks besturen dezer gemeente. Wij betreuren
dit, zeker gezien de grote verkiezingswinst van de VVD hier. Wij zouden het
niet goed vinden als de bestaande onevenwichtige toestand zou worden geconti
nueerd door het aanstellen van een burgemeester welke afkomstig is uit de
rijen van de partijen, die reeds in het dagelijks bestuur zijn vertegenwoor
digd. Ons inziens zou het van een goed beleid getuigen als de toekomstige
burgemeester van Leeuwarden een liberale signatuur zou hebben en dus lid van
de VVD zou zijn. Dat ook het bestuur van de VVD in deze provincie deze mening
is toegedaan verheugt mijn fractie bijzonder.
