42
teitstarieven vaststellen. Het voorstel is om de tarieven per 1 januari in te laten gaan en het college
handhaaft dat voorstel.
De Voorzitter: Ik wil als laatste nog een opmerking maken om de heer Bijkersma gerust te stellen.
De heer Miedema gleed even uit, want als zodanig is het natuurlijk geen correct voorstel. U kunt ech
ter gerust zijn, de minister van Binnenlandse Zaken heeft ons namelijk meegedeeld dat wij, wanneer de
raad de beslissing neemt voor 1 januari, de goedkeuring van de minister krijgen. (De heer Bijkersma:
Dat heb ik niet naar voren gebracht, ik heb het over het contract ten aanzien van de kleinverbruikers
tarieven gehad.) U kunt gerust zijn, mijnheer Bijkersma. (De heer Bijkersma: Er is nog een vraag niet
beantwoord. Ik heb twee keer aan de heer Miedema gevraagd hoe het staat met de bewoners van Cam-
minghaburen die gedwongen zijn om elektrisch te koken. Ik wil graag weten van de wethouder hoe de
problematiek van de kostenstijging voor de bewoners van Camminghaburen wordt opgelost. Destijds is er
bij de behandeling van de stadsverwarming in Camminghaburen gesteld dat de inwoners van die wijk niet
meer kosten krijgen dan normaal. Deze mensen krijgen nu wel meer kosten en ik wil graag van de wet
houder weten hoe hij dat tracht op te lossen, want op deze problematiek is in de raadsbrief niet inge
gaan. Ik blijf erbij dat ik dat een tekortkoming vind en ik wil graag een antwoord hebben van de wet
houder op mijn vraag, want anders ga ik zeer onbevredigd naar huis.) U zult onbevredigd naar huis
moeten gaan, mijnheer Bijkersma. (De heer Bijkersma: Dat constateer ik dan, mijnheer de voorzitter.)
De heer Meijerhof: Ten behoeve van de heer Bijkersma verzoek ik de voorzitter om de motie in twee
onderdelen in stemming te brengen. (De heer Bijkersma: Mijn opmerking over het bekendmaken van de
tarieven handhaaf ik uiteraard wel.)
De Voorzitter: Dan breng ik eerst deel I van de motie van de heer Meijerhof en mevrouw Branden
burg in stemming en daarna deel II van die motie.
Deel I van de motie van de heer Meijerhof en mevrouw Brandenburg— Sjoerdsma wordt aangenomen
met 19 tegen 17 stemmen.
Deel II van de motie van de heer Meijerhof en mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma wordt verworpen met
23 tegen 13 stemmen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van het aange
nomen eerste deel van de motie.
Mevrouw Willemsma-de Jong heeft inmiddels de vergadering verlaten.
Punt 45 (bijlage nr. 484).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststelling van een verordening tot wijziging van de Algemene Po
litie Verordening Leeuwarden.
Ik moet u tot mijn spijt nog een aanvulling meedelen, want er zit een oneffenheid in het besluit. In
de raadsbrief staat dat b. en w. een bepaald gebied van de stad kunnen aanwijzen waarvoor uit een
oogpunt van geluidhinder geen vergunningen nodig zijn, maar dat b. en w. algemene voorschriften kun
nen geven die in acht moeten worden genomen. Omdat wij deze ingewikkelde materie zo eenvoudig
mogelijk willen houden, worden de vergunningen op grond van de openbare orde zoveel mogelijk ge
koppeld aan andere vergunningen, zodat men niet twee verschillende vergunningen nodig heeft want dat
is natuurlijk dwaas. Ik wil voorstellen om aan artikel C 23 nog een vierde lid toe te voegen dat luidt:
De Burgemeester kan bij openbaar bekend te maken besluit terreinen of wateren aanwijzen, waar het
verbod, vervat in het eerste lid, niet van toepassing is op bepaalde, bij dat besluit aangegeven, wijzen
van het ten gehore brengen van muziek, voor zover wordt voldaan aan door hem bij openbaar bekend te
maken besluit vast te stellen voorschriften ter voorkoming of beperking van verstoring van de openbare
orde. Men zou een heel gekke situatie krijgen als men, wanneer men op een bepaald moment geen
specifieke vergunning meer nodig heeft maar alleen onderworpen is aan de algemene voorschriften voor
wat de geluidhinder betreft, dan toch nog een vergunning in het kader van de openbare orde zou moeten
hebben. Ik stel mij voor dat wij een en ander in goed overleg vaststellen, want niemand in Leeuwarden
begrijpt er iets van dat men voor het ene gebied geen vergunning nodig heeft en voor het andere gebied
wel. (Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Bedoelt u dat dat op gebied C slaat?) De toevoeging moet ge
koppeld worden aan artikel C 23. (Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Slaat die toevoeging op gebied C?
43
Ik kan mij er namelijk niets bij voorstellen.) U hoeft zich er op dit moment ook niets bij voor te stellen,
ik leg dat nog wel eens uit in de Commissie voor de Openbare Orde.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gewijzigde voorstel van b.
en w.
Punt46 (bijlage nr. 492).
De Voorzitter: Aan de orde is thans: Wijzigen van de gemeentebegroting en de begrotingen van het
Woningbedrijf, de Dienst voor Reiniging en Brandweer en de Dienst Stadsontwikkeling voor het dienst
jaar 1982.
Gemeentebegroting, punt 13.
De heer Boelens: Ik heb een opmerking over punt 13 Toepassing clubhuisregeling op de te verplaat
sen clubhuizen van de korfbalvereniging Leeuwarden en de voetbalvereniging Blauw-Wit '34 op bladzij
de 7 van de raadsbrief. In verband met de gedane toezeggingen gaan wij akkoord met het voorstel. Er
zijn nog andere instellingen die een beroep op de clubhuisregeling hebben gedaan. Wij nemen aan dat
het college de Commissie voor Sport en Recreatie spoedig om advies zal vragen met betrekking tot de
wijze waarop die verzoeken zullen worden afgehandeld.
De heer De Vries (weth.)Die toezegging kan ik zonder meer doen, mijnheer de voorzitter.
Gemeentebegroting, punt 1.
Mevrouw Van der WerfMijn fractie wil worden geacht te hebben gestemd tegen de investering van
de aanschaf van nieuwe vuistvuurwapens voor de politie om redenen die ik hier wel eerder naar voren
heb gebracht.
Gemeentebegroting, punt 11.
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Wij hebben een nieuw fonds ontdekt in punt l l Aankoop pand
Breedstraat 50 op de bladzijden 6 en 7 van de raadsbrief. De uit de aankoop van dit pand voortvloeien
de lasten worden gedekt uit het Fonds voor overige bijzondere activiteiten. Wij willen graag weten wat
dit voor fonds is. Bovendien lijkt het ons niet juist dat de lasten van dat pand uit dit fonds worden be
taald. Volgens ons moeten deze lasten betaald worden, hoe vervelend wij dat ook vinden, uit de gelden
voor de stadsvernieuwing of het pand moet worden verkocht aan de Stichting tot beheer en exploitatie
van de Théskinkerij Prinsetón en het complex Zalen Schaaf.
Mevrouw De Jong: Ik kan volstaan met te zeggen dat ik mij aansluit bij de woorden van mevrouw
Brandenburg
De heer Kessler (weth.): Ik wil graag een toelichting geven. Wij hebben een aantal weken geleden
het pand Breedstraat 50 aangekocht ten behoeve van Zalen Schaaf. Er is gesteld dat het pand uiteinde
lijk een culturele bestemming moet krijgen, met andere woorden de dekking van de kosten zal ook in
eerste instantie gevonden moeten worden binnen de sector cultuur. Een en ander betekent dat men een
verschuiving in de prioriteit moet bewerkstelligen binnen de sector cultuur. Er is nagegaan welke uitga
ven er gedaan worden in de sector cultuur en wij zijn toen op het Fonds voor overige bijzondere activi
teiten gestuit. Uit dit fonds worden ad hoe zaken betaald zoals congressen, EHBO, Mallemolenfeest
Wij hebben ook geconstateerd dat de inbreng in het fonds de afgelopen twee jaar niet in dezelfde mate
is opgemaakt. Op grond van het feit dat het fonds een aanwas vertoont hebben wij gezegd dat het reëel
is om binnen de sector cultuur een prioriteitsverschuiving te bewerkstelligen, in die zin dat de jaarlijkse
storting in het Fonds voor overige bijzondere activiteiten met 6.880,-- verminderd wordt. Op deze
manier menen wij een financiering gevonden te hebben voor de lasten van het pand Breedstraat 50.
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Een groeiend fonds is natuurlijk prima; het lijkt mij een geweldig
punt voor de herwaardering. Ik blijf erbij dat de lasten van dit pand niet gefinancierd moeten worden
uit het Fonds voor overige bijzondere activiteiten, maar het pand moet worden verkocht aan de Stich
ting tot beheer en exploitatie van de Théskinkerij Prinsetün en het complex Zalen Schaaf. De lasten