44
moeten worden meegenomen in de exploitatie van deze stichting, want anders krijgt men natuurlijk een
heel vreemde verhouding wanneer men zich afvraagt wat de exploitatie kost en of die wel of niet uit
kan. Hetgeen hier gebeurt vind ik een heel vreemde manier van doen. Ik heb geen motie bij de hand,
maar ik kan er nu wel een schrijven.
De Voorzitter: Ik vind het prima dat wij doen zoals mevrouw Brandenburg in laatste instantie heeft
voorgesteld. Mevrouw Brandenburg mag ervan uitgaan dat wij de dekking aangeven zoals zij dat nu
voorstelt. Als de dekking anders is dan komen wij bij de raad terug, dat zeg ik u toe, want wij nemen
geen beslissing waarvan de raad niets weet. Het is principieel juister als wij zo handelen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de PAL-frac-
tie wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen de aanschaf van nieuwe vuistvuurwapens voor de
politie en met inachtneming van de toezeggingen van wethouder De Vries en de voorzitter.
De Voorzitter: Voordat wij agendapunt 47 afhandelen wil ik eerst de voorstellen behandelen die
aan het begin van de vergadering bij mij zijn ingediend.
Instellen vertrouwenscommissie.
De Voorzitter: Het eerste voorstel, instellen vertrouwenscommissie, is ingediend door de heer
Pruiksma en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en luidt als volgt.
"De raad, gehoord de discussie in de vergadering van 8 december 1982,
besluit:
met het oog op de benoeming van een nieuwe burgemeester per 1 mei 1983
over te gaan tot de instelling van een vertrouwenscommissie;
te benoemen tot lid van de vertrouwenscommissie:
mevrouw E. Brandenburg-Sjoerdsma (PvdA)
mevrouw J. van der Werf (PAL)
mevrouw J. de Jong (D'66)
de heer J. Buurman (GPV/RPF/SGP)
de heer H.S. Pruiksma (CDA)
van welke mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma wordt aangewezen als secretaris/
contactadres.
De heer Bijkersma: In het voorstel wordt niet de VVD-fractie genoemd. Onze fractie vindt het niet
zinnig een vertrouwenscommissie in te stellen, die helemaal geen bevoegdheden heeft. Wij vinden dat
dj onze tijd wel beter kunnen besteden. Het gaat er niet om dat wij onze burgemeester niet belangrijk
inden, maar het gaat er om dat dit een "te vrijblijvende" zaak is.
De Voorzitter: Ik breng het voorstel nu in stemming.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van de heer Pruiksma en mevrouw Brandenburg-Sjoerd-
w
v
sma
Bijstand aan 16- en 17-jarige werklozen.
De Voorzitter: Het tweede voorstel, bijstand aan 16- en 17-jarige werklozen, is ingediend door
mevrouw Vlietstra en mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma. Het voorstel luidt als volgt.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 13 decem
ber 1982,
kennis genomen hebbende van de voorgenomen maatregelen van de minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om wijzigingen aan te brengen in de
RWW-uitkering aan jongeren van 16 en 17 jaar en de WWV-uitkering aan
jongeren van 18 tot 23 jaar,
overwegende dat:
- een onaanvaardbare inkomstenvermindering optreedt voor deze groepen
jongeren;
- het hier gaat om een maatschappelijk gezien kwetsbare groep;
45
- de kloof tussen studerende en werkloze jongeren op deze wijze nog groter
wordt;
- de gemeente voor extra financiële lasten komt te staan,
spreekt uit de voorgestelde maatregelen onaanvaardbaar te vinden en besluit
de staatssecretaris dringend te verzoeken van zijn voornemens af te zien en
de voorgestelde maatregelen voor 24 december in te trekken."
Mevrouw Vlietstra: Wij zijn erg blij dat de raad heeft ingestemd met ons verzoek om dit punt toe te
voegen aan de agenda. Dit punt speelt namelijk op bijzonder korte termijn en vandaar dat wij het van
avond graag willen behandelen.
Het is bekend dat een van de bezuinigingsmaatregelen van dit kabinet gericht is op het afschaffen
van de RWW-uitkering aan jongeren van 16 en 17 jaar en de WWV-uitkering aan jongeren van 18 tot 23
jaar. Jongeren van 16 en 17 jaar die tot nu toe recht hebben op een uitkering krachtens de RWW zullen,
als de staatssecretaris van Sociale Zaken zijn zin krijgt, geen recht meer hebben op bijstand. Jongeren
van 18 tot 23 jaar zullen geen recht meer hebben op een WWV-uitkering en na afloop van de termijn
waarvoor de WWV-uitkering geldt meteen belanden in de bijstand. De eerstgenoemde maatregel gaat in
opl januari 1983. De tweede maatregel is opgeschort tot waarschijnlijk 1 maart omdat er advies is ge
vraagd aan de Sociaal Economische Raad (SER). Overigens verwachten wij niet dat een negatief advies
van de SER de staatssecretaris van Sociale Zaken van zijn voornemens zal afhouden, omdat wij gezien
hebben dat de minister van Onderwijs het negatieve advies van de SER met betrekking tot de onderwijs-
korting zonder meer naast zich heeft neergelegd. Wat dat betreft hebben wij weinig hoop. Intussen is
het zo dat de gemeente al opdracht gekregen heeft van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgele
genheid om geen nieuwe beschikkingen af te geven en daar in de voorlichting ook rekening mee te hou
den. De PvdA-fractie heeft tegen beide maatregelen van de staatssecretaris ernstige bezwaren en wel
om een aantal redenen.
Er wordt ons inziens een groep getroffen die financieel en maatschappelijk in een kwetsbare positie
zit. Naar ons idee blijkt uit deze maatregelen dat de lijn van dit kabinet is dat niet de sterkste schou
ders maar de zwakste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Schoolverlaters van 1 6 en 17 jaar
zijn vaak afkomstig uit gezinnen met lage inkomens en door deze maatregelen worden behalve de jonge
ren ook hun ouders getroffen. De voorgestelde maatregel in het kader van de kinderbijslag weegt ons in
ziens daar niet tegenop. Werkloze jongeren blijven door deze maatregelen afhankelijk van hun ouders
en ik hoef niet te vertellen welke problemen dat allemaal met zich mee kan brengen. Wij constateren
ook dat de kloof tussen studerende en werkloze jongeren steeds groter wordt en dat werkloze jongeren
steeds meer tot een groep gaan behoren die zich bevindt aan de rand van onze samenleving met alle
maatschappelijke gevolgen van dien. Tenslotte betekent de maatregel met betrekking tot het afschaffen
van de WWV-uitkering aan jongeren van 18 tot 23 jaar een extra financiële last voor de gemeente. Wij
zijn dan ook van mening dat deze maatregelen als onaanvaardbaar moeten worden bestempeld.
Het ingediende voorstel hebben wij gedaan omdat wij vinden dat de staatssecretaris dringend ver
zocht moet worden om van zijn voornemens af te zien.
De heer Pruiksma: Ik zal inhoudelijk niet op het voorstel ingaan en ik zal herhalen datgene wat ik
bij agendapunt 44 heb gezegd: het gaat hier om inkomenspolitiek, een landelijke affaire die hier niet
thuishoort. Wij stemmen tegen het voorstel.
De heer Bijkersma: Het voorstel gaat in op de bezuinigingsoperatie van de rijksoverheid. Zoals de
heer Pruiksma al heeft gezegd gaat het hier om een zaak voor de rijksoverheid en het parlement. Als
zodanig zal het voorstel, mevrouw Vlietstra heeft dat ook al aangehaald, geen succes hebben. Het
voorstel komt op mij over als een loos gebaar. Wij wijzen het voorstel af.
De heer Siemonsma: Wij willen van harte instemmen met het ingediende voorstel.
Mevrouw De Jong: Ook ik wil van harte instemmen met het voorstel.
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Aan het adres van de VVD en het CDA wil ik even zeggen dat
deze materie wel de huishouding van de gemeente raakt. Als jongeren van 18 tot 21 jaar namelijk on
middellijk in de bijstand vallen dan verplicht het rijk de gemeente om 10% van die uitkering te betalen.
(De heer Pruiksma: Dat neemt niet weg dat het hier gaat om een kwestie van inkomenspolitiek en inko
menspolitiek hoort op het niveau van de gemeente niet thuis.) Ons geld behoort volgens mij tot onze
huishouding. (De heer Pruiksma: Niet als dat een kwestie is van inkomenspolitiek waar landelijk beslis
singen over worden genomen.)