10
Onze strijd tegen civiele verdediging staat niet op zich, maar past in een gemeentelijke vredespo
litiek. Uit de overwegingen in de motie wordt al duidelijk dat verzet tegen de waanzinnige kernbewa
pening en tegen civiele verdediging nauw met elkaar samenhangen. Vandaar ook de titel van de nota:
Niet tegen kernwapens alleen. Wij verzetten ons tegen zowel de militaire als de niet-militaire civiele
voorbereiding op een beperkte kernoorlog in Europa. In de militaire strategie van de NATO treedt
steeds meer een verschuiving op in de richting van een voerbare kernoorlog waarin winnaars en verlie
zers zouden bestaan en overleving voor onze samenleving mogelijk zou zijn. Sinds deze verschuivinq is
het atoomschuiIkelderprogramma enorm uitgebreid, opnieuw ter onderstreping van de voerbaarheid van
een kernoorlog. Wij wijzen deze strategie, als levensgevaarlijk zijnde, van de hand. Levensgevaarlijk
ten eerste natuurlijk vanwege de miljoenen doden die ook bij een beperkte kernoorlog zullen vallen en
ten tweede vanwege het feit dat er nauwelijks hoge militairen of polemologen zijn die erin geloven dat
een eenmaal gestarte kernoorlog in de hand te houden is. De NATO lijkt steeds minder gericht te zijn
op het voorkomen van een kernoorlog en steeds meer op het voeren daarvan. Daarom moeten de kruisra
ketten in West-Europa worden gestationeerd, daarom moeten wij ons voorbereiden op wat hulpverlening
na een atoomoorlog heet en daarom ook, zo blijkt uit persberichten van de afgelopen dagen, schijnt het
Amerikaanse leger zijn hoofdkwartier te willen verplaatsen van Duitsland naar Engeland. De veronder
stelling van de vredesbeweging dat het slagveld van een kernoorlog in Europa zal liggen wordt hiermee
ons inziens onderstreept. Kennelijk zijn de commandobunkers voor de Amerikanen niet veilig meer; zij
trekken zich terug om vanuit veiliger oorden het bevel in een oorlog te kunnen voeren. Wij zouden ons
dan moeten ingraven? Uit al deze feiten is toch maar één conclusie mogelijk? Die conclusie is dat wij
alles op alles moeten zetten om een oorlog te voorkomen, hetgeen wil zeggen: stoppen met alle militai
re en niet-militaire oorlogsvoorbereidende maatregelen.
De heer Bijkersma heeft vorig jaar, tijdens de discussie over de inrichting van de atoomschuilkel
der, gezegd dat ons verzet tegen de acceptatie van de mogelijkheid van een kernoorlog niet realistisch
is omdat de afgelopen eeuwen ons hebben geleerd dat er altijd oorlogen zijn geweest. Het is maar wat
je ieaIistisch noemt: de acceptatie van de vernietiging van onze cultuur en onze beschaving of de dood
van miljoenen Nederlanders. Sinds het atoomtijdperk is de enige realistische opvatting dat oorlogvoe-
i ing niet meer kan, nog afgezien van het feit of men vindt dat oorlogvoering voor het atoomtijdperk wel
kon. Wij kunnen onze conflicten niet meer met militair geweld oplossen, omdat dat het einde betekent
van in ieder geval een deel van onze wereld. Het enige realistische standpunt lijkt ons dat er geen oor
logen meer gevoerd mogen worden. Juist het soort uitspraken dat er altijd oorlogen zijn geweest en dat
wij ons dus maar op de volgende oorlog moeten voorbereiden, bijvoorbeeld door het nemen van civiele
verdedigingsmaatregelen, maakt ons soms pessimistisch over de toekomst, ledereen weet toch dat een
volgende oorlog in ieder geval van Europa een radio-actieve woestenij zal maken?
Ik wil ook nog een opmerking maken over de elementen in de motie die betrekking hebben op de
nieuwe Rampenwet. Zoals ook in de nota Niet tegen kernwapens alleen staat wordt de rampbestrijding
in oorlogstijd en in vredestijd in elkaar geschoven. Een en ander heeft een lange parlementaire geschie
denis die ik hier niet helemaal zal oprakelen. Het komt er op neer dat in 1983 de ontwerp-Rampenwet
in de Tweede Kamer zal worden behandeld waarin deze nieuwe organisatiestructuur voor de rampbestrij
ding uitgewerkt zal worden. Ook de Wet op de rampenplannen wordt in de Rampenwet opgenomen, dus
ons gemeentelijk rampenplan, waarvan burgemeester Brandsma stellig heeft beweerd dat die op dit mo
ment alleen maar betrekking heeft op rampen in vredestijd, zal dan aangepast moeten worden. Daar
naast zullen er nog een heleboel wetswijzigingen plaatsvinden die het mogelijk maken dat de organisa
ties die de taken overnemen hiertoe ook een wettelijke basis hebben. Vooral de gemeentelijke brand
weer zal in de nieuwe opzet een heel centrale rol spelen. Het zal duidelijk zijn dat wij ten aanzien
van de hele reorganisatie alleen de opheffing van de BB toejuichen. De andere ontwikkelingen worden
door ons afgewezen. Verzet van zoveel mogelijk gemeenteraden en betrokken organisaties tegen de
nieuwe plannen, kan een duwtje in de rug zijn van steeds meer Kamerleden en fracties die aan het twij
felen zijn. Vandaar ook dat wij het van het grootste belang vinden dat de uitspraak van de raad van
vanavond naar de Tweede Kamer en via de VNG ook naar de andere Nederlandse gemeenten toegaat
met het verzoek zich ook tegen de nieuwe ontwikkelingen te keren.
De argumenten van de fracties van CDA en VVD in de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenhe
den, dat de discussie over civiele verdediging hier niet thuis zou horen, delen wij bepaald niet. In het
totaal van de civiele verdediging is aan gemeenten een belangrijke taak toegedacht. Dat en het feit dat
wij als gemeente direct verantwoordelijk zijn voor de directe bescherming van de bevolking, rechtvaar
digt deze discussie en de discussie over kernwapenvrije gemeenten bij agendapunt 44. Immers, het lan
delijk beleid en het beleid van de NATO sluiten het voeren van een kernoorlog niet uit maar halen zo'n
oorlog dichterbij. Bij een kernoorlog is bescherming van de bevolking onmogelijk en daarom bemoeien
wij ons daarmee. Een en ander heeft niets te maken met chaos en anarchie maar met realistisch inzicht.
11
Voor wat betreft de nadere toelichting op de motie sluit ik mij volledig aan bij hetgeen mevrouw
Vlietstra daarover heeft gezegd en natuurlijk ook voor wat betreft de onderstreping dat wij geen enkel
bezwaar hebben tegen hulpverlening bij rampen in vredestijd.
De heer Bijkersma: Mijn fractie heeft zich altijd op het standpunt gesteld dat de discussie over ci
viele en militaire verdediging niet in deze raad thuishoort. Dat standpunt hebben wij in het verleden
gehuldigd, dat standpunt hebben wij in de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden gehuldigd en
dat standpunt huldigen wij ook nu. Wij hebben helemaal geen behoefte aan de ingediende motie.
Als mevrouw Van der Werf denkt dat het onderwerp mij niet interesseert, dan weet zij waarschijn
lijk beter dan menig ander dat ik aan discussies elders over dit onderwerp wel deelneem. In deze ge
meenteraad houd ik mij echter bezig met het besturen van de gemeente en daarom huldigen wij het zo-
juisï door mij naar voren gebrachte standpunt.
De conclusie van b. en w. in het voorstel nemen wij graag over.
De heer Buurman: Bij het vraagstuk over het terugdringen van de rol van de kernwapens in de we
reld is het wel duidelijk geworden dat het gaat om middelen die aangewend moeten worden om dat doel
te bereiken. Als een van de middelen in dit verband wordt door de opstellers van de nota Niet tegen
kernwapens alleen genoemd het staken van de steun door de gemeentelijke overheid op het gebied van
de civiele verdediging. Duidelijkheidshalve wil ik allereerst opmerken dat ik het geheel eens ben met
het voorstel van b. en w. De gemeentelijke overheid kan zich niet aan wettelijke verplichtingen ont
trekken en er is als zodanig, alleen al om formele redenen, ernstig bezwaar tegen de aanbevelingen zo
als die door de opstellers van de nota Niet bij kernwapens alleen zijn uitgebracht.
Bepaalde zaken, die niet zozeer de formeel-bestuurlijke maar de inhoudelijke kant van deze kwes
tie betreffen, wil ik overigens nog wat aanscherpen, mijnheer de voorzitter. Wanneer de opstellers van
de nota Niet bij kernwapens alleen een pleidooi houden voor het afschaffen van de civiele verdediging,
dan voeren zij daarbij toch wel merkwaardige en bedenkelijke argumenten aan. Civiele verdediging zou
de suggestie wekken dat een kernoorlog zou kunnen worden overwonnen en daarmee zou de bevolking
aclief worden voorbereid op een kernoorlog. Andersom kan, nog steeds volgens de opstellers van ge
noemde nota, bestrijding van een kernoorlog onder meer plaatsvinden door de civiele verdediging maar
af re schaffen. Mijnheer de voorzitter, deze vorm van logica komt overeen met een brand bestrijden
door middel van het afschaffen van een brandverzekering. Ik wil hiermee uiteraard niet de suggestie
wekken: de civiele verdediging garandeert dat in alle gevallen een kernoorlog te overleven is. Maar
ligi hier een wezenlijk, zo men wil principieel, verschil met conventionele bewapening? Mijn fractie
is reëel genoeg om te onderkennen dat bij een extreme kernaanval op het grondgebied van Leeuwarden
de overlevingskansen nihil zijn. Betekent dit echter ook dat in andere gevallen elke bescherming daar
bij tot de overbodigheden is gaan behoren? Het kan toch niet de bedoeling van de opstellers van de no
ta Niet bij kernwapens alleen geweest zijn de bevolking weerloos te maken bij aanvallen waar wel be
scherming tegen mogelijk is?
De argumenten die in genoemde nota worden aangevoerd zijn mij te licht. De ambtseed die ik heb
afgelegd weegt voor mij te zwaar om mee te gaan met de in de nota genoemde gedachten en voorstellen.
Overigens zouden de afgelegde eed of de belofte niet voor één maar voor alle 37 raadsleden zwaar
moeten wegen. Ik geef steun aan het voorstel van b. en w.
Mevrouw De Jong: In de raadsbrief staat dat wij de door het rijk gedelegeerde taken niet kunnen
ontlopen. Ingaan tegen deze gedelegeerde taken zou burgerlijke ongehoorzaamheid inhouden. Ook ik
heb de belofte afgelegd en die weegt zwaar, heel zwaar. Toch, mijnheer de voorzitter, vind ik het hoe
dan ook een taak van elke burger en ook van een gemeenteraadslid om zich over deze materie te bui
gen. Ik wil vooropstellen dat het de taak is van de lagere overheden om de bevolking bescherming te
bieden bij welke ramp dan ook, dat is een gegeven waaraan wij ons niet mogen onttrekken. De civiele
verdediging in een kernoorlog, waarop op dit moment de nadruk ligt, wijs ik echter af. Ik ben van me
ning dat tegen een kernoorlog geen verdediging mogelijk is en dat wij het geld van deze verdediging
beter elders aan kunnen besteden. Ik wil de nadruk leggen op de overweging in de motie van de PvdA/
PAL dat er natuurlijk geen enkel bezwaar bestaat tegen hulpverlening bij rampen in vredestijd. Aan de
ze overweging zou ik toe wil len voegen: .en bij rampen in oorlogstijd
Ik verzet mij tegen civiele verdediging in een atoomoorlog. Met deze kanttekening zal het u,
mijnheer de voorzitter, duidelijk zijn dat ik niet met het voorstel van b. en w. mee kan gaan. De motie
van de PvdA/PAL zal ik ondersteunen.