6
7
daarvan zal geschieden. Als wij daar wat meer inzicht in gehad hadden, dan had dat een belangrijke
rol kunnen spelen bij de vraag of de thans voorgestelde lokatie de juiste is.
Thans rest ons de beoordeling over een aantal dingen waarover wij wel wat kunnen zeggen. Bij
voorbeeld de bereikbaarheid. De lokatie is over de weg bereikbaar. Vanmiddag heb ik nog even bij
Provinciale Waterstaat geïnformeerd, want de bereikbaarheid van de lokatie per schip gaat ook een be
langrijke rol spelen, met name voor het transport van natte verontreinigde grond. Wie zich in de mate
rie verdiept heeft weet wat voor veiligheidsvoorschriften daaraan verbonden zijn en welke problemen
dat soort transporten met zich mee kan brengen. Iets anders is de risicofactor voor de omwonenden,
die in dit geval gelukkig ver van de lokatie af wonen.
Aan het begin van mijn verhaal heb ik al gezegd dat wij in Utrecht zijn geweest om te zien wat
daar gebeurt. Datgene wat wij hier denken te realiseren is volgens ons een veilige oplossing. Wij moe
ten nog wachten op de oplossing voor het reinigen van de grond. Wat het zoeken naar een andere loka
tie, bijvoorbeeld Hemrik, betreft het volgende. Wij moeten niet zozeer meer over alternatieven praten,
want het zal blijken dat ieder lokatie voor- en nadelen heeft.
Na een heleboel beraad gaat onze fractie met het voorstel akkoord en zegt daarvan dat het de
minst slechte oplossing is.
Mevrouw Jongedijk—Welles: Mede namens mevrouw Brandenburg wil ik graag een stemverklaring af
leggen over punt IV van de raadsbrief. (De Voorzitter: Een stemverklaring van mevrouw Brandenburg,
die niet aanwezig is en dus niet aan de stemming deelneemt, is niet erg zinvolMaar wij nemen er
graag kennis van.) Toen dit punt in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening aan de orde was hebben
wij hier tegen gestemd. De belangrijkste overweging daarbij was de overlast van de snackbar voor de
buurt. Wij hebben daarna de zaak nog eens ter plekke bekeken en zijn tot de conclusie gekomen dat
overlast op die plek, gezien de ligging, wel mee zal vallen. Verder denken wij dat de snackbar op de
ze plaats in een behoefte kan voorzien, omdat in dit gedeelte van de wijk een dergelijke voorziening
ontbreekt. Op grond van deze overwegingen zullen wij dan ook voor dit voorbereidingsbesluit stemmen.
De heer Buurman: Ik wil even ingaan op onderdeel V van de raadsbrief. Na de voorgeschiedenis
rond een tijdelijke opslagplaats voor de verwerking van vergiftigde grond, is de lokatie niet meer in het
geding. Meerdere mogelijkheden zijn onderzocht en het gaat er nu om of de gemeenteraad planologisch
zijn medewerking wil verlenen, zodat de gifgrond kan worden gestort en verwerkt. Mijn fractie vindt
dat deze medewerking alleen verantwoord is wanneer er geen twijfel behoeft te bestaan over de wijze
van opslag en verwerking In verband met schadelijke gevolgen voer mens en milieu. Mocht die twijfel
er al op voorhand zijn, dan zou dit kunnen betekenen dat het nemen van het voorbereidingsbesluit dubi
eus is. Absolute garanties zijn er ook tegenover degenen die bezwaar hebben gemaakt niet te geven. De
wijze waarop de grond zal worden opgeslagen met het waar mogelijk beperken van de risico's, geeft mij
echter geen aanleiding om op dit moment planologische medewerking te onthouden. Ik stem in met het
nemen van een voorbereid:ngsbesluit.
De heer De Jong: Ik wil beginnen met punt II van de raadsbrief over het plangebied Hofplein/Perks-
waltje. Ik heb van de dienst begrepen dat dit voorbereidingsbesluit met een jaar verlengd moet worden
naar aanleiding van de ontwikkelingen die zich in dit plangebied voordoen. Het bestuur van de Hof-
wijck heeft in een brief gezegd dat het geen prijs meer stelt op deze lokatie. Betekent dat dat deze
verlenging niet door hoeft te gaan of stellen wij er toch prijs op om het voorbereidingsbesluit met een
jaar te verlengen? In de brief van het bestuur van de Hofwijck heb ik gelezen dat er overleg is geweest
met b. en w. Een werkgroep is jaren bezig geweest om een plan de campagne op te stellen voor vier
modellen. Wanneer worden deze modellen in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening aan de orde
gesteld? (De Voorzitter: Die vraag is buiten de orde. Aan de orde is thans het voorbereidingsbesluit.
Uw eerste opmerking is redelijk relevant voor de beoordeling van de vraag of verlenging van het voor
bereidingsbesluit noodzakelijk is. Als u nu al bezig bent met het al of niet inkleuren, dan moet u daar
een ander gesprekskader voor zoeken, bijvoorbeeld in de vorm van een commissievergadering.) Ik wilde
proberen hier antwoord op te krijgen, maar ik merk dat dat niet lukt.
Ik wil dan nu ingaan op punt IV van de raadsbrief dat gaat over een snackbar aan de Weideflora,
die gesitueerd wordt in een deel van het winkelcentrum. De opmerking dat er in deze omgeving geen
snackbar komt is niet juist, want in het nieuwe winkelcentrum wordt duidelijk rekening gehouden met
zo'n voorziening. De snackbar is gelegen aan een weg en vlakbij de bushalte, terwijl aan beide kanten
van de weg bejaardenflats zijn. Wij kennen allemaal de problematiek van de snackbars. Het voorbeeld
wat dat betreft aan de Bleeklaan staat ons dagelijks voor ogen. Maar niemand kan daar waarschijnlijk
iets aan doen. De meerderheid van onze fractie voelt niets voor deze snackbar en heeft dus ook geen
enkele behoefte om aangaande dit punt een voorbereidingsbesluit te nemen.
Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: In de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heb ik tegen het
onder punt IV van de raadsbrief genoemde voorbereidingsbesluit gestemd. De meerderheid van onze
fractie is voor dit voorbereidingsbesluit. In de commissie heb ik aarzelend tegengestemd. Ik zal nu ech
ter voorstemmen, omdat in deze wijk nog geen snackbar is en er mijnerzijds eigenlijk niet zulke grote
bezwaren tegen zijn.
Ik wil ook nog even ingaan op punt V van de raadsbrief. Ook wij staan niet te juichen over deze
aantasting van het agrarische gebied. Gezien echter de noodzaak van tijdelijke opslag van chemisch
vervuilde grond en slib - de grond zal voor een groot deel uit onze gemeente afkomstig zijn - vinden
wij de thans voorgestelde lokatie de beste plaats binnen de gemeente. Wij zullen dan ook stemmen voor
het nemen van het betreffende voorbereidingsbesluit. Wel verzoeken wij het college bij de provincie
aan te dringen op een zeer zorgvuldige inrichting, vooral ter bescherming van de folie die met een laag
zand zal worden bedekt. In Utrecht hebben wij gezien dat er over het zand nog een asfaltlaag komt.
Zou hier ook zo'n extra laag kunnen worden aangebracht?
Mevrouw Visscher—Bouwer: Ik wil ook een opmerking maken over punt V van de raadsbrief. Wij
maken het door dit voorbereidingsbesluit mogelijk om een provinciale tijdelijke opslagplaats voor ver
ontreinigde grond aan te leggen op ons grondgebied. Hoewel wij zelf ook belang bij een dergelijke op
slagplaats hebben, gaat het om een plek waar tien jaar lang verontreinigde grond uit de gehele provin
cie naar toe kan worden gebracht. Er is verontrusting over deze tijdelijke opslagplaats. Tijdens een
hoorzitting bleek die verontrusting vooral bij de bedrijven die in de nabijheid van de opslagplaats zijn
gevestigd. Provinciale Waterstaat zei tijdens die hoorzitting dat de verontrusting niet gegrond is - wij
hebben dat overigens ook kunnen lezen in het rapport dat wij vanuit Utrecht hebben gekregen -, dat er
geen overlast zal komen en dat men zeer zorgvuldig te werk zal gaan, ook wat betreft de stankoverlast.
Maar toch, men weet maar nooit. Mochten bedrijven hoe dan ook toch schade lijden, bij welke instan
tie kan dan een schadeclaim worden ingediend?
De heer Miedema (weth.): Een aantal leden heeft vragen gesteld naar aanleiding van punt V van de
raadsbrief, waarin het gaat om de aanleg van een tijdelijke opslagplaats voor verontreinigde grond, via
het nemen van een voorbereidingsbesluit, mogelijk te maken. De heer Niemeijer heeft gezegd dat de
thans voorgestelde lokatie de minst slechte oplossing is. Ik ben dat volstrekt met hem eens. Verder heeft
hij zich afgevraagd of op deze plaats ook een verwerkingsbedrijf komt. In Utrecht maakt men de grond
schoon met een gloei-installatie. Het is nog geen uitgesproken zaak dat dat hier ook gaat gebeuren,
want er zijn nog andere opties in de markt. De verwerkingstechniek is nog volop in ontwikkeling en wij
moeten daarover daarom in een later stadium beslissingen nemen. Het voorbereidingsbesluit dat de raad
vanavond neemt betreft alleen het mogelijk maken van de aanleg van de opslagplaats. Mocht er op ter
mijn een verwerkingsinstallatie komen, dan zal de gemeente daar via de Hinderwet en dergelijke volop
bij betrokken zijn. Op dat moment zullen wij die problematiek op haar eigen merites moeten bekijken.
De heer Buurman kan akkoord gaan met de tijdelijke opslagplaats, terwijl dat ook het geval is met
de VVD-fractie„
Mevrouw Visscher heeft gezegd dat er een hoorzitting is geweest en dat er verontrusting is bij de
bedrijven. Die verontrusting was te verwachten en ik kan mij dat heel goed voorstellen, want het gaat
hier om een nieuw fenomeen. Ik zou in dit verband aansluiting willen zoeken bij datgene wat de heer
Niemeijer heeft gezegd, namelijk dat wij over iets praten waarvan wij nog niet weten wat de conse
quenties zijn.
Een aantal leden van de Commissie voor de Milieuhygiëne is in Utrecht geweest om de daar gelegen
opslagplaats te bekijken. Wat dat betreft kunnen wij gerustgesteld zijn, want de opslagplaats ligt daar
midden in een industrieterrein en er is geen stankoverlast. Maar geen opslagplaats en geen opgeslagen
grond zijn natuurlijk hetzelfde. Mevrouw Van Dijk heeft gezegd dat wij er bij de provincie op aan
moeten dringen dat de meest zorgvuldige behandeling in acht wordt genomen. Wij zijn dat volstrekt met
haar eens. Het overleg met de provincie over de vraag hoe een en ander zal worden gerealiseerd is erg
frequent. Ik verwacht dat de realisering van de opslagplaats met de nodige zorgvuldigheid zal geschie
den.
Mevrouw Visscher vraagt zich af waar de bedrijven zich kunnen melden als er ondanks alle zorg
vuldigheid toch iets fout gaat en er schade ontstaat. Wij zijn daar nog mee bezig. Er moet nog een ver
gunning op grond van de Hinderwet worden afgegeven. De voorwaarden waaronder een eventuele ver
koop van de grond plaats zal kunnen vinden moeten nog geformuleerd worden. De provincie is eigenaar
van de opslagplaats en is verantwoordelijk voor de gang van zaken. Volgens mij is de provincie ook
verantwoordelijk als er iets fout mocht gaan. De claim hoort en komt te liggen bij de provinciale over
heid.