14
dig te berijden fietspad dat aansluiting krijgt op de fietsroute die wij gepland hebben vanuit Bilgaard
naar hartje binnenstad. Dat is een hoofdfietsroute. Daarom hechten wij er ook aan - dit ook even in de
richting van de heer Buurman - dat dit een vrijliggend fietspad is. De wethouder heeft nog even gespro
ken over het doortrekken van een fietspad. Maar wat dat betreft moet ik hem geen gelijk geven, want
het gaat om het doortrekken van een fietssfroo/r. Vanaf de Singelstraat in westelijke richting wordt het
een fietsstrook en daar tasten wij verder niets aan. Dit even om het misverstand weg te nemen.
De wethouder zegt dat de tekening door de dienst wordt gewijzigd en dat die nog wel getoetst kan
worden in de Commissie voor Openbare Werken. Op dat moment zullen wij er in de commissie ook stel
lig over kunnen praten, want dat kan de wethouder ons niet onthouden. Wij kunnen dan bovendien on
derhandelen met de dienst over het eventueel breder of smaller maken van het fietspad. Dat zijn dingen
die wij hier niet precies met de duimstok op de tekening kunnen bespreken, want dat kunnen wij beter
in de commissie doen. Vandaar dat ik ook gevraagd heb om het plan nog een keer in de commissie aan
de orde te stellen. Dat houdt helemaal niet in dat het plan meer geld moet gaan kosten, want de aanne
mer legt net zo goed een rode als een grijze tegel. Of dan het aantal grijze tegels iets groter is dan het
aantal rode, de breedte van het fietspad plus voetpad blijft gelijk. Het aantal tegels blijft dus ook ge
lijk, alleen het ene deel zal rood zijn en het andere grijs. Wanneer wij het aantal grijze tegels uitbrei
den, dan is dat ook nog goedkoper. Een rode tegel is namelijk duurder. Wij kunnen ons daar dus nooit
een buil aan vallen.
De heer Niemeijer: Ik doe bewust mijn best om hier geen discussie te voeren over de breedte van de
paden, want ik vind dat die thuishoort in de Commissie voor Openbare Werken. Ik doe nogmaals het
dringende verzoek om hierover in de commissie te gaan praten. De argumentatie van de wethouder
waarom dat niet zou kunnen is niet juist. Mijn voorstel behelst nu ja te zeggen tegen het krediet. Ik
heb begrepen dat niemand daar op zich bezwaren tegen heeft. Dat betekent dat morgen de prijsvorming
kan starten door middel van een onderhandse aanbesteding. Bij een onderhandse aanbesteding ligt de
prijsvorming open en is voor de Dienst Stadsontwikkeling (DSO) inzichtelijk. Het gebeurt vaak genoeg
bij het plegen van deelwijzigingen in plannen dat er wel een bepaald bedrag begroot is, maar dat dat
bedrag eigenlijk anders zou moeten zijn. Een en ander betekent dat het voorstel van de heer Janssen,
dat ik aanvul, eigenlijk geen enkele tijdsconsequentie heeft. De stoepranden worden volgende week
toch nog niet gelegd. In de tijd dat de aannemer en de DSO rekenen, denken wij nog een keer over de
definitieve breedte. Ik hoor nu wel krachtige uitspraken over het feit dat de breedte van 1.50 m een
hard gegeven is, maar ik hoor geen harde maten voor het fietspad en daarover heeft de commissie ook
wat gezegd. Het blijkt gewoon dat de maten niet kloppen met de informatie die wij in de commissie
hebben gegeven.
Voor de laatste keer doe ik het verzoek om - wij zeggen dus ja tegen het krediet - de exacte maat
voering nog een keer in de Commissie voor Openbare Werken aan de orde te stellen, want dat heeft
geen enkele tijdsconsequentie.
De heer De Jong: Ik meende dat wij een heel gezonde Commissie voor Openbare Werken hadden en
dat wij daar met elkaar heel goede en keiharde afspraken met de dienst hadden gemaakt. Maar ik begin
daar nu wat aan te twijfelen, omdat er gezegd wordt dat wij over de besluiten en de gemaakte afspraken
nog een keer moeten praten. Ik wil niet meer praten over die 1.50 m, want dat is een keihard gegeven.
De dienst heeft ook gezegd dat het fietspad op bepaalde plaatsen waarschijnlijk wel een beetje smaller
zal moeten worden, 2.10 m wordt dan 1.80 m, nou dat zij dan zo. Ik heb er niet zoveel behoefte aan
om een en ander weer in de commissie aan de orde te stellen. Maar nu men zegt dat wij er nog een
keertje over moeten stoeien zonder dat daarmee de besluitvorming wordt vertraagd, nou vooruit, dan
gaan wij er nog een keertje een halfuurtje voor zitten.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer De Jong.
De heer Miedema (weth.): Ik heb er natuurlijk geen problemen mee als er gesproken wordt over een
inruil van rode tegen grijze tegels. Nu de leden van de Commissie voor Openbare Werken unaniem zeg
gen dat zij in de commissie nog eens willen bekijken waar het verschil tussen de oorspronkelijke breedte
van 1.35 m en de breedte van 1.50 m vandaan komt en tegelijkertijd zeggen dat de aanbesteding door
kan gaan en dat er van tijdverlies geen sprake is, ben ik bereid wethouder Geerts te vragen het afge
ronde plan ter toetsing aan de commissie voor te leggen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
ging van de wethouder.
15
Punten 13, 14 en 15 (bijlagen nrs. 297, 292 en 291).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 16 (bijlage nr. 306).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Proef bewaakte fietsenstalling Mercuriuspleiri
De heer De Jong: Voor een jaar wordt er een proef genomen met een bewaakte fietsenstalling op het
MercuriuspleinWaar moeten wij met het pleinafsluitend gebouw naar toe, wanneer deze proef slaagt.-'
De heer Janssen: De totstandkoming van deze bewaakte fietsenstalling heeft nogal een voorgeschie
denis. Wij zijn vrij lang met de voorbereiding ervan bezig geweest. Vroeger kwam het gemakkelijker
tot een particulier initiatief. Ik herinner mij nog goed dat Zwarte Willem bij Tivoli stond en zei, wan
neer je uit de bioscoop kwam: "Ik hew op jouw fiets past." Dan moest je hem dus een stuiver of een
dubbeltje geven. Het particulier initiatief kwam dus toen spontaan tot stand. De gemeente steekt nu
27.000,in de fietsenstalling, terwijl wij ook borg staan voor een bedrag van 10.000,-- ten be
hoeve van de exploitatie. Het is ook beslist noodzakelijk dat de proef slaagt. Ik heb daar wel een wat
zwaar hoofd in, want in de stukken wordt voor het stallen van een fiets steeds uitgegaan van 1,~ per
keer. Ik vind dat een vrij hoge drempel. In het rapport van de werkgroep staat dat men in Zwolle ge
start is met 0,25 per stalling. Dat bedrag is inmiddels 0,45 per stalling geworden. De drempel van
1,is bovendien te hoog, omdat het hier gaat om een onoverdekte stalling. Bij de overdekte stalling
bij het station betaalt men meen ik 1,05 of 1,10 per dag.
Voorai vrijdags wordt druk gebruik gemaakt van deze ruimte. Huisvrouwen, en tegenwoordig ook
veel mannen die werkloos zijn of anderszins buiten het arbeidsproces zijn geraakt, gaan vrijdags op de
fiets naar de markt. Zij stallen de fiets voor hooguit een halfuur tot een uur en dan heeft men het wel
weer bekeken. Maar op deze manier zal de gulden, die op de markt een daalder waard is, sterk in
waarde dalen omdat men een gulden voor het stallen van de fiets moet betalen. Ik weet niet of het col
lege al in onderhandeling is getreden met de exploitant en of er ook al een uitspraak is over de tarie
ven. Ik zou b. en w. toch willen aanraden om de drempel niet te hoog te maken en voor het stallen van
de fiets bijvoorbeeld twee kwartjes te vragen of per dagdeel een tarief in te stellen. De abonnementen
kunnen daar dan ook op worden aangepast.
Het stallen van bromfietsen is iets anders, want die zijn ook wat kostbaarder. Ik zit wel even met
de vraag waar je, wanneer de bromfiets wordt gestald, de helm moet laten. Het zal een openluchtstal
ling worden en wanneer de helm aan de bromfiets blijft hangen en het begint te regenen, dan zal die
wellicht nat worden. De bromfietser zal dan met een natte helm op zijn hoofd moeten rijden. Ik heb
daar een oplossing voor. Misschien is het mogelijk om de helm te plaatsen in het op de tekening ge
noemde Jarino-gebouwtjeDe bromfiets kan buiten worden gestald.
Deze suggesties zijn misschien wel wat te detaillistisch, maar wij hebben geen gelegenheid gehad
om hierover in de Commissie voor Openbare Werken te praten, omdat dit voorstel tussentijds bij ons
kwam. Technisch gezien zijn wij niet tegen de aanleg van deze fietsenstalling. Ik zou wel graag ant
woord willen hebben op mijn vraag betreffende de tarifering.
De heer Niemeijer: Met name de tarifering is in onze fractie aan de orde geweest. Het tarief van
ƒ1,-- lijkt ons aan de hoge kant. Bovendien lijkt het ons dat dat bedrag het slagen van het experiment
ook danig zal frustreren. Ik wil mij dan ook graag aansluiten bij het verhaal van de heer Janssen. Ook
ik denk dat er wat dat betreft met name gezocht moet worden naar mogelijkheden voor een tarief per
dagdeel. De ervaringen elders leren ons dat lagere tarieven noodzakelijk zijn wil een dergelijke stol
ling een exploitatiemogelijkheid hebben. Ik sluit mij dus graag aan bij datgene wat de heer Janssen
heeft gezegd.
De heer Miedema (weth.): De heer De Jong vraagt zich af waar het met het pleinafsluitend gebouw
naar toe moet, als deze proef slaagt. Daarover zal te zijner tijd duidelijkheid ontstaan in het raads
voorstel
De heer Janssen heeft zijn zorgen uitgesproken over het tarief van ƒ1, ik kan mij die zorgen
heel goed voorstellen. Wij moeten ons wel realiseren dat het college de toezegging heeft gedaan dar
het met een voorstel zou komen voor een proef met een bewaakte fietsenstalling. Uit het voorstel blijkt
dat de gemeente de investeringskosten van 27.000,voor haar rekening zal nemen en dat zij ook nog
borg staat voor een bedrag van 10.000,-- ten behoeve van de exploitatie. V/ij zijn heel duidelijk de