ongebruikelijk in overheidsland dat er in zo'n geval nieuwe
regelingen worden geïntroduceerd.
Over de dekking heeft de heer Bilker ten aanzien van de
rentemeevaller nog aangegeven dat die normaliter ten gunste
van de algemene middelen dient te komen. Ik ben dat met hem
eens. Dat is de lijn die wij daarbij volgen. Ik vind wel dat
in het geval van De Harmonie in zoverre toch een bijzondere
situaties aan de hand is dat wij, daar wij besloten hebben
niet met bouwrente te rekenen, een aparte rekening voor De
Harmonie hebben geopend. In die rekening confronteren wij
heel nadrukkelijk zowel inkomsten als de uitgaven met elkaar.
In die zin kan je zeggen dat de rentemeevaller, gezien die
unieke situatie, ook aan die rekening toegerekend kan worden.
Maar het blijft een keuze.
Voorts heeft de heer Bilker aangegeven dat de garderobe niet
mag leiden tot een verhoging van het exploitatiesubsidie van
de stichting. Wij hebben het gisteren in de commissie ook
gehad over hoe de stichting die kosten denkt te dekken. Dit
betekent dus voor ons dat wijals de raad besluit conform
het voorstel dat hier voorligt, het exploitatiesubsidie van
de stichting met de jaarlasten die aan de investering van de
garderobe gekoppeld zijn zullen verlagen.
Tot slot heeft de heer Bilker nog een beschouwing gewijd aan
op basis van welke argumenten zijn fractie tot de keuze komt
dat het verstandig is om het collegevoorstel te volgen. Ik
zal die argumenten niet herhalen, omdat dat ook voor een
belangrijk deel de argumenten van het college zijn. Ik kan
alleen maar de conclusie die hij daaraan verbindt onderstre
pen.
Ik heb uit het verhaal van de heer Hiemstra begrepen dat hij
van mening is dat te plotseling de leden van de raad, met
name de leden van de Commissie Cultuur, Sport en Recreatie,
geconfronteerd zijn met de problematiek zoals die voorligt.
Ik ben begonnen met te zeggen dat er op een gegeven moment in
de commissie is gesproken in termen van, wat horen wij nu al
lang niet meer van het project. Het college heeft toen ge
zegd: wij hebben zes weken lang niets te melden. Dat waren de
zes weken die de aannemers beschikbaar hadden om met offertes
te komen. Als je op een gegeven moment je bestekplannen de
deur uit doet, zit je als opdrachtgever in de verwachting met
wat voor soort resultaten de aannemers dan zullen komen. Wij
hadden hen daar aanvankelijk drie of vier weken voor gegeven
en zij hebben gevraagd daar nog twee of drie weken aan te
koppelen, zodat er inderdaad zes weken wat ons betreft niets
te melden viel.
De heer Hiemstra zegt dat er ook geen stuurgroepvergadering
is geweest, als hij dat plaatst in hetzelfde kader als waar
ik het net over had, klopt dat. In de zes weken na de aanbe
26
steding zijn er onderhandelingen losgebarsten, mag ik wel
haast zeggen, de stuurgroep heeft een viertal keren verga
derd. Dus het is niet zo dat dat zich wat aan het zicht van
de stuurgroep onttrokken heeft.
De heer Hiemstra heeft in een aantal algemene bewoordingen
over de ontstane situatie gesproken. Hij heeft gezegd: het
vertrouwen krijgt een knak, een gat in de hand dan ook maar
een gat in de stad. Althans in een soort eerste emotionele
bevlieging. Vervolgens, zo zegt de heer Hiemstra, gaat het
gezonde verstand zijn werk doen. Ik denk dat dat toch voor
mij een belangrijk punt is. Al er zich dingen voordoen die
men vervelend vindt, kan ik mij best zo'n emotionele reactie
voorstellen. Alleen denk ik tegelijkertijd dat om tot een
zorgvuldige beoordeling daarvan te komen, je toch moet kijken
naar wat er feitelijk aan de hand is en wat je daar dan van
vindt. Dat heeft de heer Hiemstra ook aangegeven en hij heeft
geconstateerd dat zijn fractie akkoord is met het voorstel
zoals dat voorligt. Hij heeft daarbij één vraag gesteld. Hij
heeft gesproken over drie affaires in korte tijd, Stadskan
toor, Romein en schouwburg. Hij zegt: dat is te veel, zou je
nu niet eens een deskundige de zaak laten doorlichten? Ik
vind dat hij dan toch drie dingen op één hoop gooit die voor
mij toch drie verschillende zaken zijn. Ten aanzien van de
Westerkerk hebben wij de zaak doorgelicht, wij hebben de
conclusies aan de raad voorgelegd en daar zijn een aantal
besluiten over gevallen. Bij het Stadskantoor heeft weer een
hele andere problematiek gespeeld. Ook die heeft tot besluit
vorming in deze raad geleid. Nu hebben wij, met name giste
ren, op zeer uitgebreide wijze inzicht verschaft in hoe de
zaken gelopen zijn zoals ze gelopen zijn. Ik zie eigenlijk
niet in wat een doorlichting achteraf nog aan meerwaarde kan
toevoegen
De heer De Beer heeft ook aangegeven dat dit op een ongeluk
kig moment komt, gezien de financiële situatie van de gemeen
te. Ik heb al aangegeven dat het college dat standpunt deelt.
Hij heeft aangegeven dat wat de dekking betreft hij akkoord
is met het inzetten van de Princessehofgelden
Hij zegt dat de WD-fractie akkoord is met het voorstel omdat
het alternatief voor hem onaanvaardbaar is.
Verder heeft hij aangegeven dat hij met de wijze van beste
ding van de post Onvoorzien zoals door de PvdA-fractie is
voorgesteld kan instemmen. Ik heb aangegeven hoe naar mijn
idee de motie die door mevrouw De Haan is ingediend op een
werkbare manier voor het project uitgelegd kan worden. Ik zou
er prijs op stellen als de heer De Beer in tweede termijn zou
willen aangeven dat hij daar ook zijn instemming aan kan
geven
27