te voeren in het plan om zodoende het extra budget te ver
kleinen. Deze laatste weg is, zoals blijkt uit de raadsbrief,
het college op gegaan en zij schetst de alternatieven die zij
op deze weg is tegengekomen. Die zijn gisteren in de commis
sie ook uitvoerig aan de orde geweest. Wij hebben die uiter
aard ook bestudeerd. Lastig bij die discussie is dat de
alternatieven niet waren aanbesteed zodat er niet een gede
tailleerd financiële onderbouwing lag en wij het slechts
moesten doen met ramingen. Toch komen ook wij uiteindelijk
tot de conclusie dat de alternatieven of in financieel op
zicht niet genoeg opleveren - ik wijs bijvoorbeeld naar de
discussie die gisteren in de commissie was over de congres
functie weglaten - of het betekent dat je een aantal zaken
achterwege laat waarvan je eigenlijk nu al kunt aangeven dat
je die op termijn wel wilt realiseren. Juist bij de Harmonie
hebben wij daar in het verleden slechte ervaringen mee gehad.
Dit alles afwegende heeft mijn fractie er toe doen besluiten
in te stemmen met het collegevoorstel.
Bij de inhoudelijke afweging van het besluit hebben ook nog
de volgende zaken een rol gespeeld.
De financiering van het extra budget, die er naar ons idee
degelijk uitziet, is gevonden binnen het project. Dat wil
zeggen, wij hoeven niet nu uit de algemene middelen f 3,4
miljoen te putten en die vervolgens op de, zoals wij nu al
weten, f 20 miljoen bezuiniging te zetten. Wij realiseren ons
uiteraard wel dat door de inbreng van de reële grondwaarde er
over 10 jaar niet een bepaald bedrag vrij valt dat wij ver
volgens structureel voor andere zaken zouden kunnen inzetten.
Wat ook meegespeeld heeft in de afweging is dat de nieuwe
schouwburg niet een dure is in zijn soort. De kubieke meter
prijs van de nieuwe schouwburg in Leeuwarden komt er in
vergelijking met andere schouwburgen goed af.
Tot slot nog twee opmerkingen.
Ten eerste over het kunstbudget.
Gisteravond in de commissie heeft de heer Ten Hoeve een
pleidooi gehouden om bij de besteding van de kunstmiddelen
aandacht te hebben voor de relatie die het gebouw heeft met
zijn omgeving. Hij heeft daar eigenlijk de aandacht voor het
omgevingsplan gevraagd. Dat pleidooi sluit aan bij een brief
die ik vanochtend nog ontving van de bewoners van de binnen
stad. Om die reden wil ik het pleidooi van de heer Ten Hoeve
gisteren in de commissie hier nog even herhalen.
Overigens stemmen wij in met de verhoging van het budget voor
de kunst, zodat wij de taakstelling die wij ons zelf in de
verordening hebben opgelegd ook uitvoeren.
8
Post Onvoorzien.
Nu alles zo uitentreuren is doorgerekend en alle voorzienbare
tegenvallers eigenlijk zijn meegenomen, lijkt de post Onvoor
zien minder nodig. Toch vindt mijn fractie het niet verstan
dig om de post Onvoorzien helemaal weg te laten. Ten eerste
omdat het een groot project is en ten tweede omdat het een
heel uniek project is. Wij vinden wel dat er nu zeker zeer
bijzondere redenen moeten zijn om gebruik te maken van deze
post. Wij willen als raad daar graag controle op blijven
uitoefenen. Wij stellen daarom eenzelfde constructie voor als
ten aanzien van de post Onvoorzien bij het Stadskantoor,
namelijk de functionele commissie toestemming vragen om
gebruik te maken van de post Onvoorzien. Ik wil om die reden
graag een motie indienen en de mening van de raad daarover
horen.
Die motie luidt als volgt:
"De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen
op 7 oktober 1992.
behandelende het voorstel van het college betreffende
een aanvullend krediet ten behoeve van de nieuwbouw van
de Stadsschouwburg (bijlage nr. 217),
spreekt als haar mening uit:
dat er grondige redenen aanwezig moeten zijn om
tot besteding van de gereserveerde middelen in de
post Onvoorzien over te gaan;
dat het college deze redenen moet voorleggen aan
de functionele commissie;
dat pas na instemming van deze commissie het
college kan overgaan tot besteding van deze mid
delen;
en gaat over tot de orde van de dag."
Mijnheer de voorzitter, samenvattend het was voor ons een
moeilijke afweging. Niettemin hebben wij hem wel gemaakt en
nemen wij de verantwoording voor onze rekening. U kunt zich
voorstellen dat deze complexe moeilijke afweging veel tijd en
energie heeft gekost voor raadsleden voor wie het gewone werk
gewoon door ging. Al met al moesten wij binnen een week
hierover beslissen. Een haast onmogelijke opgaaf. Ik vraag
het college dan ook uitdrukkelijk hier in de toekomst terdege
rekening mee te houden en er zorg voor te dragen dat voldoen
de tijd voor de raad ingebouwd wordt om tot een gedegen
besluitvorming te komen.
De heer Brinks: In mijn bijdrage over de nieuwbouw van De
Harmonie en het extra krediet zal ik een aantal opmerkingen
maken over de verschillende keuzemodellen. Daarna zal ik het
9