De heer Jacobse: Voorzitter, wij hebben in de commissie een
voorbehoud gemaakt. Wij zullen het voorstel uiteindelijk wel
steunen. Ik wil wel één opmerking maken.
Ik ben verontrust door de opmerking die de wethouder maakte
over het specialisme. Hij zegt dat je eerst moet kijken in
eigen huis of er specialisme is en dan kijken wij wel wat wij
overnemen van andere stichtingen, althans zo versta ik dat.
Dat is op zichzelf wel begrijpelijk, maar als je bijvoorbeeld
naar de andere instellingen kijkt, bijvoorbeeld naar de
welzijnsfusie en die doen hetzelfde en zeggen wij kijken
eerst wat wij in eigen huis hebben en dan zien wij wel wat
wij van SJL overnemen, dan schreeuwen wij moord en brand. Op
zichzelf is het begrijpelijk om eerst naar de eigen werkne
mers te kijken, maar je hebt dan toch het gevoel dat die
anderen pech hebben dat zij niet in ons team zitten. Het
blijft een onbehaaglijk gevoel en ben blij dat ik niet een
van die werknemers ben.
De heer Gros: Voorzitter, de heer Feddema gebruikt de termen
"fraai is het nief'en "nood breekt wet" aangaande dit voor
stel. Ik denk dat dit een duidelijk te sombere visie is. Er
zitten een aantal hele creatieve en goede kanten aan dit
voorstel. Ik wou dit voorstel dan ook kwalificeren: Uit nood
geboren maar wel met een visie.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met inachtneming van de toezegging van
de wethouder.
Punt 15 (bijlage nr. 139).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 16 (bijlage nr. 147).
De Voorzitter: Aan de orde is Nota Toekomst gemeentelijk
vluchtelingenbeleid.
30
De heer Roekiman: In de commissievergadering van 27 juni 1994
hebben wij een voorbehoud gemaakt. Derhalve is de nota aan
gaande het vluchtelingenbeleid nader besproken in mijn frac
tie
In hoofdstuk 8 wordt het gemeentelijk beleid ter zake samen
gevat. Als het gaat om de punten 1 tot en met 4, 6 en 7 is
mijn fractie niet tegen. Ten aanzien van punt 5 heeft mijn
fractie problemen met het uitgangspunt dat de Stichting WN
een opvangorganisatie dient in te richten die binnen de
budgettaire grenzen valt. Onzes inziens is er onvoldoende
rekening gehouden met de als maar stijgende kosten waarmee de
Stichting WN te maken heeft. Verder is er geen rekening
gehouden met het feit dat de dienstverlening van de Stichting
WN veel breder is dan omschreven in de nota. Het vastge
stelde budget is derhalve onvoldoende om het totale pakket
aan dienstverlening te moeten bekostigen.
Op pagina 24 is vermeld dat van de verkregen stimuleringsuit
kering f 3 ton beschikbaar is voor WN in verband met de
opvang van asielzoekers. Onzes inziens kan de dienstverlening
van WN pas gewaarborgd worden als de keuze wordt gemaakt
meer stimuleringsgelden in het kader van het BOV beschikbaar
te stellen voor WN.
Voor de volledigheid merken wij op dat uit het ter zake
ingestelde onderzoek ons is gebleken dat per 1 mei 1994 de
stimuleringsgelden verhoogd zijn naar f 8.000,De nota
gedateerd op juni 1994 gaat ervan uit dat de stimuleringsuit
kering nog maar f 5.000,bedraagt. Op basj.s van de bereke
ning vermeld op pagina 24 zou WN dan een bedrag van
f 180.000,extra beschikbaar hebben. Indien het voorgaande
in acht wordt genomen kan mijn fractie ook instemmen met punt
5 van hoofdstuk 8.
Ten slotte heeft mijn fractie een tweetal vragen over bijlage
1 van de notitie.
Waarom zijn de inkomsten in verband met de inrichting van de
woningen niet vermeld?
Op pagina 13 en op Bijlage 1 wordt vermeld dat WN een struc
tureel tekort zou hebben van f 50.000,Wij vragen ons af
of het college inmiddels heeft nagegaan in hoeverre dit
correct is.
De heer Koops: Voorzitter, de PvdA-fractie is op 27 juni j.l.
akkoord gegaan met het voorbereidingsbesluit omtrent het
toekomstig gemeentelijk beleid met betrekking tot vluchtelin
gen en asielzoekers. Ik zou daar graag nog een aantal op
merkingen bij willen maken.
Ten eerste zou ik ook hier in de raad als PvdA-fractie van de
gelegenheid gebruik zou willen maken om onze grote waardering