Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, in de commissie is na afloop van de discussie over deze Perspectief nota de vraag aan de orde geweest of het nuttig zou zijn deze Perspectief nota ook in de raad vast te stellen. Wij hebben als fractie toen gezegd daar eigenlijk de meerwaarde niet zo van in te zien. Daar golden drie overwegingen bij. In de eerste plaats is deze Perspectiefnota, zoals die nu voor ons ligt en waarvan in de nota zelf gezegd wordt dat het een eerste proeve is van een perspectiefnota, nog niet dat beleidsinstrument dat wij er als raad van verwachten. Het is eigenlijk puur een financieel verhaal en je kunt op basis van de gegevens die hierin staan nog niet echt beleidsinhoudelijk als raad sturing geven, laat staan dat wij aan de hand van dit verhaal onze algemene beschouwingen zouden kunnen houden, wat wij wel van plan zijn in de toekomst. Wat dat betreft houden wij ons kruid nog even droog vanavond. Maar ik hoop wel dat wij het volgend jaar, als wij een nieuwe perspectief nota krijgen, wat dat betreft weer een stukje verder zijn. De tweede overweging is dat de financiële gegevens zoals die nu in de Perspectiefnota staan eigenlijk niet actueel genoeg zijn en niet uitgewerkt genoeg zijn om ook een heel helder besluit als raad te kunnen nemen. Niet actueel genoeg omdat ik denk dat de lijst van mee- en tegenvallers die nu in de Perspectiefnota staat al weer dateert van een paar maanden geleden. Als wij nu eenzelfde soort lijst zouden moeten maken, zou het mij niet verwonderen als er in ieder geval een aantal meer tegenvallers op zouden staan. Ik denk dat er bij de risico's een aantal zaken staat waarvan je op z'n minst mag verwachten dat ze nog verder moeten worden uitgezocht. Niet voor niets brak in de commissie ook een discussie uit over de vraag of de bezuiniging genoeg was of niet. Sommige fracties zetten daar een ander bedrag tegenover. Wij hebben zelf als fractie op basis van de hele lijst mee- en tegen vallers, maar ook op basis van de risico's, gevonden dat f 6 miljoen in ieder geval nodig was, maar tegelijkertijd de vrees uitgesproken dat het waarschijnlijk wel meer zal wor den. Een concreet bedrag kunnen wij ook niet noemen omdat deze cijfers ook geen onderbouwing geven om een hoger bedrag te noemen. De wethouder heeft toegezegd daar in september nog wat actuelere gegevens over te geven aan de commissie. Wij zullen dat afwachten. Overigens valt het feit dat wij opnieuw ten minste f 6 miljoen moeten bezuinigen ons flink tegen en zien wij ook op tegen het feit dat wij daar weer als raad een goede invulling voor zullen moeten vinden straks na de zomer vakantie. Het valt vooral ook tegen omdat er bij de tegen vallers een aantal zaken staat zoals het niet halen van taakstellingen, bepaalde bedragen vergeten te ramen, dubbel tellingen. Misschien hadden wij wat dat betreft wat te hoge verwachtingen van de financiële administratie bij de gemeen 44 te. Mede om die reden heb ik in de commissie ook gezegd dat wij toe willen naar een situatie waarbij het in de toekomst zo wordt dat dit soort financiële tegenvallers uiteindelijk niet meer op het bordje van de politiek terecht komen, maar uiteindelijk door diensten zelf worden opgelost. Daarmee bedoel ik te zeggen dat wij dermate heldere contracten met diensten afsluiten met taakstellingen en budgetten dat op het moment dat dit soort tegenvallers zich voordoen de diensten ook zelf verantwoordelijk worden om die financiële problemen op te lossen. Dat is een lijn waar wij naar toe willen in de toekomst en die wij ook straks in de discussie over de dek king van de voorstellen zullen proberen in te brengen. Een derde overweging bij ons was dat het college ervoor gekozen heeft om niet nu de bezuinigingen gelijk in 1995 al te realiseren, maar het besluit tot een bezuiniging nu te nemen en om voor de invulling daarvan ruimschoots de tijd te nemen, zowel voor college en ambtelijk apparaat als voor de raad zelf. Ik ben er ook van overtuigd dat wij niet in staat zijn geweest om dat nu ook al compleet in te vullen. Wij zijn het eens met dat besluit, maar dat betekent wel dat wij vanavond over de invulling van de bezuinigingen nog niets kunnen zeggen. Wij nemen ook geen voorschot op die discussie, dat komt straks na de vakantie. Wat besluiten wij dan vanavond wel? Ik denk dat wij als raad in ieder geval instemmen met de conclusie uit de Perspectief nota dat er een nieuwe bezuinigingsoperatie gestart moet worden, dat wij de hoogte daarvan in ieder geval niet in termen van vaste bedragen vaststellen wat ons betreft. Verder wil ik opmerken dat het college daarbij gezegd heeft de raad, als het om de invulling gaat, in een zeer vroegtijdig stadium te betrekken bij de invulling van de nieuwe bezuinigingen. Daarmee voldoet zij nadrukkelijk aan de wens die binnen onze fractie leeft. Het is misschien ook heel wenselijk om niet alleen de samen werking en de betrokkenheid tussen raad en college en daarmee ambtelijk apparaat te vergroten, ik denk dat het ook goed zou zijn om de samenwerking tussen raadfracties onderling te verstevigen en er zorg voor te dragen dat het draagvlak voor de nieuwe bezuinigingen zo breed mogelijk is. Dat betekent dat ik zou willen voorkomen dat wij in een nieuwe besluitvor mingsronde niet weer met zo'n 87 moties in de raad komen die op het laatste moment in een half uur tot één motie worden teruggebracht. Hoewel ik nog steeds vind dat dat op zichzelf een goede actie was. Maar het zou goed zijn als wij vanavond als raad zouden besluiten ook als fracties onderling ons constructief op te stellen en bij nieuwe bezuinigingsbedragen af te spreken dat wij op dat punt heel constructief zullen gaan samenwerken, met inachtneming uiteraard van ieders politieke overtuiging, met inachtneming van alle opmerkingen 45

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 23