potverteren genoemd. Zij heeft gezegd dat het aanspreken van de Frigem-gelden, het potverteren, alleen acceptabel is als wij daarmee in één keer uit de financiële problemen zijn. Ik denk dat wij allemaal weten dat dat niet zo is en ook de Perspectiefnota geeft dit al aan. Wij hebben zelfs signalen ontvangen ondanks de openheid van de nota, maar dat zal ook iets te maken hebben met de actualiteit zoals mevrouw De Haan al noemde, dat er wel eens tekorten konden zijn in de toe komst van f 20 a f 30 miljoen. Wij hebben een nieuwe wethouder op financiën, ik neem aan dat het haar bedoeling is orde op zaken te stellen, dat daar een daadkrachtig beleid mag worden verwacht om de zaak ook daad werkelijk te saneren. Ik kan zeggen dat zij wat dat betreft op steun van de WD-fractie kan rekenen. De heer Hoogeveen: Voorzitter, mevrouw Van Ammers begon met te zeggen dat wij hier op dit moment niet voor algemene beschouwingen zitten en dat zij ook niet van plan was om op dit moment die algemene beschouwingen te gaan houden. Ook ik ben dat niet van plan, maar wilde nog wel graag de opmerking kwijt dat mijn fractie van mening blijft dat het in de toe komst, wanneer het instrument van perspectiefnota meer ont wikkeld is, goed zou zijn om die algemene beschouwingen te verhuizen van de behandeling van de begroting naar het voor jaar bij de behandeling van de perspectiefnota. Want ook in dit stuk merken wij al dat op dit moment in dit stadium van de besluitvorming naar de begroting toe het goed is dat wij al wat inzicht in de financiële positie van de gemeente hebben en nu ook hebben wij de mogelijkheid om daarin onze lijnen uit te zetten. Zeker, zoals ook de heer Krol al aan gaf, de beleidsinhoudelijke rapportage wordt geïntegreerd met deze toch beheersmatige notitie. De Perspectiefnota geeft nu alleen een beeld van de finan ciële stand van zaken. De financiële stand van zaken is een zorgelijke, dat komt in dit geval vooral door tegenvallers met interne oorzaak. Dat is natuurlijk een hele zorgelijke zaak. Dat onderstreept nog eens de noodzaak van het project Leeuwarden in Stelling. De Perspectiefnota geeft aan dat een nieuwe ronde van be zuinigingen nodig is. Ik noem het een bezuiniging, mijnheer Krol, net als overigens de raadsbrief. De Perspectiefnota en de heer Krol spreken nog van de wat verhullende term herwaar dering, maar daar moeten wij maar eens mee ophouden want het gaat echt om bezuinigen, ik heb dat in de commissie ook al gezegd. Het bedrag waarvoor wij moeten gaan bezuinigen wordt nu op f 6 miljoen geraamd. Ik heb in de commissie al gezegd dat dat waarschijnlijk aan de lage kant is gezien de risico's die wij op dit moment nog lopen volgens de lijst die bij de 48 Perspectief nota zit. Het is wat moeilijk om op dit moment een exact bedrag aan te geven, dat wil ik dan ook niet doen. Ik denk dat wij het hier moeten laten bij de constatering dat f 6 miljoen voor de bezuinigingstaakstelling waarschijnlijk het minimum zal zijn. In het najaar wanneer er meer inzicht bestaat in die lijst van risico's en overige tegenvallers en wat er nog eventueel aan meevallers aan zou kunnen komen, bestaat er ook meer inzicht in wat er met de herverdeling van het Gemeentefonds gaat gebeuren en ook - als het een beetje mee gaat zitten - meer inzicht in wat een eventueel nieuw kabinet nog wil gaan bezuinigen op dat Gemeentefonds. Ik weet niet zeker of dat voor het najaar nog lukt, maar ik hoop het wel. Dan pas hebben wij wat meer inzicht in onze financiële situatie voor de komende jaren en kunnen wij misschien ook de definitieve taakstelling voor de bezuiniging vaststellen. Voorlopig kunnen wij deze nota en de conclusies als richtlijn vaststellen. In het najaar spreken wij verder over dit onder werp. De heer Brinks: Voorzitter, in de commissie hebben wij een aantal opmerkingen gemaakt, ik wil mij nu beperken tot drie zaken. Ten eerste de hoogte van de bezuiniging. Iedereen heeft al gezegd dat het op dit moment nog onduidelijk is hoe hoog die totale bezuiniging zal moeten zijn. Wat ons betreft, kijkende naar de algemene reserve en kijkende naar de risico's die er allemaal nog op ons afkomen zoals ook verwoord in de Per spectiefnota, moet die algemene reserve in ieder geval wel een substantieel bedrag in zich hebben om eventuele risico's op te vangen. Dat betekent dat wij ons ook afvragen of je niet door moet gaan met het storten van jaarlijks f 1,5 miljoen in die algemene reserve ter versteviging daarvan, want zoals ook al in de Perspectiefnota staat, op dit moment moeten wij al extra in die algemene reserve storten om een malige tekorten in 1994 en 1995 weg te werken. Dat is eigen lijk meer een vraag die ik hier in het midden leg. Een vraag die aangeeft dat er waarschijnlijk wel meer bezuinigd zal moeten worden dan die f 6 miljoen zoals voorgesteld wordt door het college. Het tweede punt waar ik het over wil hebben, is de termijn waarop wij moeten bezuinigen. In de commissie heeft de wet houder gezegd: wij zullen natuurlijk op dit moment al, omdat wij weten dat wij volgend jaar zo'n bezuinigingsronde in gaan zetten, erg goed letten op wat wij uitgeven en een strakke begrotingsdicipline aanhouden. Ik denk dat dat heel erg verstandig is, want dat kan alleen maar iets opleveren voor de toekomst, zodat misschien toch dat bedrag van f 6 miljoen 49

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 25