dat wij het collegevoorstel steunen. Ik moet eerlijk zeggen
dat het ons ook wat ongewoon leek, maar hier is gekozen voor
een puur praktische oplossing. Mede ook gelet op de discussie
in de Commissie Welzijn, waarbij de wethouder heeft aan
gegeven dat alle alternatieven zoals die in het onderzoek
naar voren komen weer ter discussie in de commissie komen,
dus dat er helemaal geen definitief oordeel annex is met deze
benoeming, maar uit puur praktische overwegingen voor deze
oplossing is gekozen, kunnen wij instemmen.
Ik kan mij ook voorstellen, reagerend op de opmerkingen van
waarom niet een bestuur bestaande uit niet-raadsleden, dat
dat op zo'n korte termijn haast niet mogelijk is. Ik heb
begrepen dat er in september een discussie komt. Wij gaan
ervan uit dat als Zalen Schaaf in de huidige vorm doorgaat er
gewoon een nieuw stichtingsbestuur geformeerd gaat worden.
Maar die discussie zullen wij afwachten.
Wij zullen instemmen met het voorstel. Ik blijf de positie
van een raadslid ten opzichte van een collegelid overigens
nog steeds merkwaardig vinden. Ik heb altijd het gevoel dat
collegeleden toch net een beetje knapper zijn als raadsleden
en dat zij best in staat zijn om de belangen van dat per
soneel te behartigen.
Mevrouw De Bruin: De wethouder sprak over de verschillende
mogelijkheden die in september besproken zullen worden. Ik
ben blij dat daar ook de plannen van het voormalig bestuur
van Zalen Schaaf onder vallen. Daarbij ben ik heel blij met
de toezegging van de wethouder.
Mijn fractie zal dit voorstel dan ook steunen.
De heer Feddema: Ik vind dat vooral het gedeelte van het
antwoord van de "niet gestelde vragen" waarschijnlijk voor
een open doel was. Ik moet zeggen dat de heer Van Olffen een
opmerkelijke aanwinst voor de wethouder heeft geleverd door
nog even te verduidelijken hoe hij de zaak ziet. Dat was mij
in de commissie ook al opgevallen.
Mevrouw Schaafsma heeft ons geleerd dat wij na die tijd
kunnen controleren.
Ik denk het aandeel van de WD-fractie te kunnen afsluiten
met te zeggen dat wij in september kritisch zullen kijken
naar datgene wat het nieuwe bestuur zal hebben gedaan.
De heer Timmermans (weth.De heer Jacobse zegt dat alle
opties mogelijk zijn en of het dan niet verstandig geweest
zou zijn om een nieuw bestuur te zoeken. Het lastige was
natuurlijk dat wij voor 1 augustus een nieuw bestuur moesten
12
hebben, dat wij te maken hadden met een oud bestuur dat geen
kans zag op basis van de verschillende modellen aan de op
dracht van de gemeenteraad te voldoen. Het is dus niet zo
aannemelijk dat je in een paar weken tijd een volledig be
stuur kunt vinden dat zich moet inwerken in de materie, zich
moet afvragen waarom het wel of niet mogelijk is om binnen
die op zichzelf beperkte financiële ruimte een invulling te
geven. Wij hebben gezegd dat dat risico te groot was om die
weg nu te gaan. Wij kiezen dus voor een praktisch formele
oplossing zoals wij die hebben voorgelegd en gaan straks
breder met elkaar discussiëren over de vraag of er toch
gezocht moet worden naar een nieuwe constructie waarbij een
nieuw stichtingsbestuur mogelijk is. Dan heb je ook meer tijd
om met nieuwe bestuursleden daar zorgvuldig over te praten,
zodat wij ook precies weten binnen welke randvoorwaarden
geopereerd kan gaan worden. Dat is de reden waarom wij deze
constructie hebben gekozen en niet het voorstel zoals de heer
Jacobse voorstelt. Wij willen hiermee absoluut niet de indruk
vestigen dat het dus één bepaalde kant uitgaat.
Ik denk dat ten aanzien van de heer Greving de argumenten
gewisseld zijn over en weer hoe wij er tegenaan kijken.
Anderszins hebben ook andere raadsleden daar het woord over
gevoerd.
Ik heb in de richting van mevrouw De Bruin aangegeven dat
alle opties open zijn. Dat betekent dat in theorie ook het
voorstel van het voormalige bestuur ter discussie is, zij het
dat dat een verhaal is zonder dat er een financiële onder
bouwing bij zit. Dat maakt het plan als een beschrijving wel
interessant, maar er wordt op geen enkele manier aangegeven
hoe men dit invult, erger nog men zegt wij zien geen kans om
deze formule in te vullen. Het zou in dit geval een verkeerd
beeld opleveren als ik zou zeggen dat dit plan met al zijn
ins en outs straks ook nog eens behandeld wordt, want dan
gaan wij het werk van de stichting overdoen. Dan is het nog
maar de vraag of wij dat op de juiste manier kunnen doen. Ik
denk niet dat wij nu moeten gaan vaststellen tot in welke
detaillering het beleid van een zalencentrum vorm gegeven zou
moeten worden. Waar het ons om gaat is of er een laagdrem
pelige zalenvoorziening moet blijven, of dat binnen de finan
ciële middelen die daarvoor beschikbaar zijn kan en met de
oplossing voor het personeel. Dat zijn de elementen waar de
discussie in september over moet gaan.
Voordracht van burgemeester en wethouders:
mevrouw J.G. Vlietstra (voorzitter);
13