De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
Er is bericht van verhindering van Den Oudsten en Hoogeveen.
Mevrouw Van Ammers komt later.
Punt 4 (bijlage nr. 79).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 5 (bijlage nr. 91).
De Voorzitter: Aan de orde is Aanwijzing sluitingsvrij gebied
horeca.
De heer Krol: In de commissie hebben wij een voorbehoud
gemaakt met betrekking tot de omvang van het gebied. Wij
hebben toen het college gevraagd duidelijk te maken waarom
het gebied zo groot moest worden dat ook het gebied over de
spoorlijn moest behoren tot het sluitingsvrije gebied. Daar
is toen wat ons betreft geen al te heldere en klare argumen
tatie bij gekomen. Daarom het voorbehoud en daarom zou ik in
eerste termijn nogmaals het college willen uitnodigen om de
argumenten nog eens op tafel te leggen waarom dat gebied zo
groot moet worden, want wij zien dat tot op dit moment nog
niet in. Wij zullen dan in tweede termijn een definitief
standpunt te bepalen.
Ik geloof dat op de tekening ook nog niet helemaal staat waar
precies de grens loopt in het kanaal. Is dat tot aan de
overkant of in het midden. Misschien kan de voorzitter daar
ook nog even op ingaan.
De heer Graving: Voorzitter, ik zou mij graag bij de opmer
kingen van de heer Krol willen aansluiten. Er zijn voor zover
ik heb kunnen nagaan op dit moment geen ontwikkelingen gaande
in de horecasector in het gebied westelijk van de spoorlijn.
Het zou zelfs voor de ontwikkeling van dat gebied negatief
kunnen uitwerken als daar wel een 24-uurs openingsmogelijk
heid is voor horecavoorzieningen. Om die reden zou ik het
college willen vragen wat nu exact de reden is dat het gebied
zo groot is geworden. In de commissie is daar geen duidelijk
heid over gekomen, wat dat betreft sluit ik mij aan bij de
vragen van de heer Krol.
In de commissie is wel gezegd dat het de bedoeling was dat de
36
grens in het midden van de Harlingervaart zou liggen, maar
dat heb ik niet verwerkt gezien in het kaartje dat hierbij
is. Dus eigenlijk dezelfde vraag als de heer Krol.
De heer Jacobse: Voorzitter, ook ik heb in de commissie een
voorbehoud gemaakt. U weet dat wij er een voorstander van
zijn dat er gelegenheid wordt gecreëerd om de discoboot in
Leeuwarden een ligplaats te geven waarbij zij kan functione
ren. Echter op het moment dat dit in de commissie was, was de
inspraak nog niet helemaal afgerond. Vandaar dat wij proforma
een voorbehoud hebben gemaakt, wij vonden het netjes dat
eerst af te wachten. Er hebben zich geen mensen bij ons
gemeld die hier bezwaar tegen hebben, daar zijn wij gelukkig
mee. Wij steunen het voorstel derhalve.
Mevrouw Waanders: Voorzitter, de heer Greving heeft in de
commissie een opmerking gemaakt over de Harmonie die buiten
het vrije sluitingsgebied in de binnenstad valt. Op zich is
dat wat een vreemde situatie. Wat echter niet wenselijk is,
is om nu adhoc te besluiten om op bepaalde plaatsen wijzigin
gen aan te brengen. Ik heb wel begrepen dat het vrije slui
tingsgebied in de binnenstad, waarvan het kaartje ook bijge
voegd is, nog eens tegen het licht gehouden zal worden. Mijn
vraag is wanneer dat gebeurt, want dan kunnen misschien
meerdere aspecten daarbij meegenomen worden.
De her Brinks: In de commissie waren wij volstrekt voor dit
voorstel en dat zijn wij nog steeds. Na zoveel kritische
geluiden is het wel prettig om ook steun te krijgen voor dit
voorstel om die vrije sluitingstijden toch wat verder op te
rekken dan alleen maar de binnenstad.
De heer Brok: Daar wil ik mij bij aansluiten, de grens voor
het sluitingsvrije gebied kan ons niet groot genoeg zijn. Wij
zijn voor dit voorstel. (De heer Greving: Maar dan kan de
heer Brok beter wel tegen stemmen, want er ligt nu wel een
grens
De Voorzitter: Ik wil ingaan op de door de heer Krol en de
heer Greving aangevoerde punten.
Ik ben het niet geheel eens met de heer Krol, maar dat kan
een kwestie van taxatie zijn, dat de toelichting en de argu
mentatie in de commissie onhelder was. Ik zal dezelfde argu
menten geven als in de commissiebehandeling.
37