De Voorzitter: Ik wil ook graag hier bevestigen ten behoeve
van de duidelijkheid dat het aandachtspunt is overgebracht
naar de politie, naar de desbetreffende basiseenheid. Die
erkennen ook dat dit toch wat verhoogde surveillance-aandacht
met zich mee moet brengen, omdat het wel eens voor is gekomen
dat bezoekers van winkels zich toch wat lastig gevallen
voelden door bepaalde gedragingen. Ik kan dit alleen maar
onderstrepen en het heeft zeker aandacht in het werken prak
tisch door de politie. Ik bedoel met aandacht dat zij de APV
hanteren en zij moeten een titel hebben wanneer zij een
eventueel zich lastig gevallen voelende gebruiker zouden
kunnen vragen: zeg eens wie dat was en wanneer dat gebeurde.
Het is zelden zo dat het een op heter daad-situatie zich
voordoet. (De heer Ten Hoeve: Dat is denk ik een algemene
bepalingmaar via de APV kun je ook onmogelijk maken dat er
in bepaalde gebieden drank op straat gebruikt wordt. Dat
hebben wij in mijn beeld voor bijvoorbeeld Peperstraat enz.
wel afgesprokenmaar voor dit gebied niet. Ik zou willen
bekijken of dit voor dit gebied ook kan of dat er naar de
hele binnenstad gekeken kan worden, want het gaat om hinder
lijk alcoholgebruik op straat, dat hoeft niet terrassen in te
houden.) Het is niet zo dat wij vanuit politie-overwegingen
daar nu al aan denken, dat er nu al aanleiding zou zijn om zo
op te treden. Het is ook een vrij vergaande maatregel, omdat
het toch een spanningsveld is tussen individueel consumenten
gedrag. Het onderscheid tussen op een terras zitten en ver
volgens weglopen of uit een winkel komen en een kroonkurk
openen en op een bankje gaan zitten, is niet zo vreselijk
groot. Ik ben wel bereid om in de Commissie Openbare Orde
hierover van gedachten te wisselen met de politie. Als er
aanleiding is tot een vorm van beleidsingrijpen, daar gaat
het hier om, dan moet daar wel eerst wat breder over gespro
ken worden. Tot nu toe is er geen aanleiding voor om dat nu
al zo te vinden.
Punt 2a.
De notulen van de vergadering van 13 maart 1995 worden onge
wijzigd vastgesteld.
Punt 2b.
De notulen van de vergadering van 10 april 1995 worden onge
wijzigd vastgesteld.
8
Punt 2c.
De notulen van de vergadering van 15 april worden ongewijzigd
vastgesteld.
Punt 3
Rondgezonden mededelingen.
Sub A tot en met D.
Deze uitspraak en deze brieven worden voor kennisgeving
aangenomen.
Sub E, F en G.
Deze brief en deze verzoeken worden in handen gesteld van
burgemeester en wethouder om preadvies.
Sub H tot en met M.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
Punt 4 (bijlage nr. 111).
De Voorzitter: Aan de orde is Benoeming leden van de Commis
sie van Advies van de Raad van Commissarissen van de NV
Frigem.
U ziet een voorstel tot een x-aantal personen. Het is op dit
moment in de werking bij Frigem om tot een minder aantal
leden namens deze raad in de statuten over te gaan. Het lijkt
ons daarom raadzaam dit agendapunt nu terug te trekken totdat
wij helderheid hebben of het om twee of om vier personen
gaat