No. 2.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931.
4. Op welke wijze denken Burgemeester en Wet
houders dan uit de hierdoor ontstane moeilijkheden te
komen.
4. Er is ons niet gebleken, dat zich als gevolg van
het gebruiken van het sportterrein door meergemeld
circus afgezien dan van de herstelling, waarin spoe
dig, vrij gemakkelijk en zonder kosten voor de gemeente
kan worden voorzien moeilijkheden hebben voorge
daan.
Leeuwarden, 30 Juli 1931.
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN, Secretaris.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. Aanhn.nnspj.
SCHRIFTELIJK BEANTWOORDE VRAGEN.
Vragen van den heer Wierstna (ingekomen 22 Sep
tember 1931).
1. Waar de publieke armverzorging een omvang en
beteekenis heeft gekregen als nimmer te voren helaas
ook in onze stad is daar naar de meening van B.
en W. ook de tijd gekomen dat eens gedacht moet
worden aan reorganisatie van de hier ter stede op dit
terrein bestaande instelling
2. Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord,
zijn dan in de naaste toekomst plannen of voorstellen
van het College te verwachten, die in deze richting
gaan
3. Indien vraag 1 en 2 bevestigend worden beant
woord, ligt het dan misschien ook in de bedoeling van
B. en W. om op dit terrein de invloed van den Raad
en B. en W. te versterken, door b.v. in een daartoe te
benoemen bestuur of commissie ook zitting te doen
nemen vertegenwoordigers van den Raad en het College
van B. en W., tevens vertegenwoordigers uit de ter
stede bestaande centrale sociale organisaties, en uit die?
Kerkelijke diaconiën ter stede, waar de armverzorging
ook nog al van eenigen omvang is
ANTWOORD
VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS.
1. Burgemeester en Wethouders hebben de vraag,
of eene reorganisatie van de instelling, waaraan te dezer
stede het Burgerlijk Armbestuur is opgedragen, wen-
schelijk moet worden geacht, in overweging genomen.
2 en 3. Wanneer de uitslag van het onder 1 be
doelde onderzoek daartoe aanleiding geeft, zal ons
College niet nalaten de noodige voorstellen bij den Raad
aanhangig te maken. In afwachting daarvan meenen wij
ons thans van beschouwingen omtrent de richting of
verdere bijzonderheden eener eventueele reorganisatie
te moeten onthouden.
Leeuwarden, 24 September 1931.
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,