No. 1.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1933.
SCHRIFTELIJK BEANTWOORDE VRAGEN.
Vragen van den heer Weima
(ingekomen 1 Maart 1933).
1. Is het Burgemeester en Wethouders bekend dat
de firma P. Swart, handelaar in geslachte varkens, niet
in het Abattoir maar elders slacht
2. Zoo ja, zijn Burgemeester en Wethouders dan
niet van meening dat dit een finantiëele schadepost
voor de gemeente beteekent
3. Is het juist, dat het slachten buiten het Abattoir
een gevolg is van de hooge tarieven
4. Wordt deze vraag bevestigend beantwoord, zijn
Burgemeester en Wethouders dan niet van oordeel, dat
het tijd is de tarieven te herzien, en deze zoo te stellen,
dat er geen aanleiding is elders te slachten
ANTWOORD
VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS.
1. De grossier in vleesch, P. Swart, heeft tot nog
toe voor het slachten van varkens gebruik gemaakt van
het Openbaar Slachthuis. Wij hebben vernomen, dat
hij het voornemen heeft zijn bedrijf naar elders te ver
plaatsen.
2. Indien de onder 1 genoemde grossier zijn voor
nemen ten uitvoer brengt, zal dit zonder twijfel eenige
mindere bate voor het Openbaar Slachthuis tot gevolg
hebben.
3. De geldende tarieven zullen vrij zeker mede van
invloed zijn op het besluit tot verplaatsing van het in
de voorgaande vragen bedoelde bedrijf.
4. De ten dienste staande gegevens hebben ons tot
de overtuiging geleid, dat indien overbrenging van
meerbedoeld bedrijf naar eene gemeente zonder open
baar slachthuis zou plaats hebben, de factoren, welke
tot zulk een overbrenging aanleiding geven, van dien
aard zijn, dat daartegen zelfs een zeer belangrijke ver
laging van de tarieven niet zoude opwegen.
De hier ter stede geldende tarieven zijn overigens
niet hooger dan die van de openbare slachthuizen in
andere gemeenten.
Leeuwarden, 16 Maart 1933.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN. Secretaris.
Verzonden 18 Maart 1933.