Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1956. AANHANGSEL.
NO. 1.
SCHRIFTELIJK BEANTWOORDE VRAGEN.
Vragen van den heer J. KOOPAL,
(ingekomen 20 Augustus 193&)
1. Is Uw College - aannemen
de dat het kennis heeft genomen
van het voornemen der regeering
om de huurtoeslag aan de ge
steunde werkloze arbeiders in
te trekken en voor de gesteunde
arbeiders, die langdurig werk
loos zijn een speciaal stan-
daardloon vast te stellen - niet
van oordeel dat door invoering
van voornoemde maatregelen de
betrokken gezinnen tot nog die
per armoede zullen vervallen,
dan thans reeds het geval is,
na de reeks verslechteringen,
welke in de laatste jaren in de
steunregelingen voor de werk
lozen zijn aangebracht?
2. Achten Burgemeester en
Wethouders, gezien de ondrage
lijke toestand in de bedoelde
gezinnen, het niet geboden,
dat, in plaats van verdere ver
laging daarop toe te passen,
de ondersteuning hersteld wordt
ten minste tot het peil van
voor Juli 193V?
3. Zijn Burgemeester en
Wethouders voorts niet van
meening, dat ook alle jeugdige
werklozen dienen te worden
ondersteund?
Deelen Burgemeester en
Wethouders niet de opvatting,
dat intrekking van de huurtoe-
slag allerminst de methode is
om tot huurverlaging te komen,
maar dat geeischt mag worden
dat de Overheid van haar be
voegdheid en macht gebruik
maakt om maatregelen te tref
fen, welke tot een belangrijke
ALGEMEENE huurverlaging kunnen
leiden?
ANTWOORD
VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS.
1. Na kennisneming van de door
de Regeering voorgenomen maat
regelen betreffende huurbijslag
en standaardloon, zooals die ons
bij Ministeriëele circulaires
van 31 Juli, 17 Augustus en
2 September j.l. bekend zijn
gemaakt, is ons gebleken, dat
daarvan inderdaad voor een aan
tal gezinnen een verslechtering
het gevolg zal zijn. Daarnaast
zullen echter de wijzigingen
Voor een aantal andere gezinnen
een geldelijke verbetering
medebrengen
2. Bij het vormen van een
oordeel omtrent dit punt heeft
men niet alleen rekening te
houden met wat wenschelijk wordt
geacht, maar ook met wat in de
bestaande omstandigheden moge
lijk is. Overigens is de vast
stelling of wijziging van de
steunregeling een zaak, welke
niet tot de bevoegdheid van ons
College behoort.
3. Do vraag, of ook alle
jeugdige werkloozen dienen te
worden ondersteund, beantwoor
den wij ontkennend.
1|. Ons College is van oordeel,
dat intrekking van den huurbij
slag niet tot een belangrijke
algameene huurverlaging zal
leiden.
Vfat de gemeentelijke overheid
betreft zij opgemerkt, dat deze
in den laatsten tijd reeds be
langrijke huurverlagingen heeft
tot stand gebracht.