Op. grond van het bepaalde in artikel III, 3» lid 2, van dit besluit is
de burgemeester in de gemeenten met gemeentepolitie verplicht in
overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken ambtenaren van
gemeentepolitie aan te wijzen voor het in nauw en voortdurend overleg
met het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst verrichten van
werkzaamheden voor deze dienst. Het hoofd van deze dienst draagt krachten
het bepaalde in artikel I, 4 van dit besluit zorg voor de geheimhouding
van de verkregen gegevens en van de bronnen waaruit zij afkomstig zijn.
Het gaat hier om de uitvoering van eenwettelijke regeling, welke langs
democratische weg tot stand is gekomen".
Leeuwarden, 4 december 1973»
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J.S. Brandsma Burgemeester
de Jong
Secretaris.
Vragen van Axles aan het College van B en W van Leeuwarden
inzake het verzamelen en doorgeven van gegevens over de
politieke instelling van burgers door de politie.
1. Heeft het college kennis genomen van de volgende mededeling
in het jaarverslag van de gemeentepolitie van Leeuwarden
over 1972: "Er werden vele namen gecontroleerd over gepleegde
strafbare feiten en in sommige gevallen over de politieke in
stelling, naar aanleiding van sollicitaties bij overheids- en
semi- overheidsinstellingen en bij vitale bedrijven. De her
kenningsdienst, waar de verdachten-karthoteek is opgesteld,
gaf de nodige inlichtingen."?
2. In hoeveel gevallen heeft de politie inlichtingen verstrekt
over de politieke instelling van sollicitanten?
3. Aan welke personen en instanties werden deze inlichtingen ver
strekt?
4. Van. welke politieke partijen of groeperingen is het lidmaatschap
of het aanhanger zijn onverenigbaar met een aanstelling kfic bij
overheids- en semi- overheidsinstellingen of bij vitale bedrijven?
5. Behoort Axies tot de groeperingen waarvan leden of aanhangers
niet kunnen worden toegelaten tot functies bij overheid, semi-
overheid of vitale bedrijven?
6. Welke zijn de genoemde "vitale bedrijven"?
7. Heeft de gemeente Leeuwarden bij sollicitaties ook gevraagd naar
de politieke instelling van sollicitanten?
8. Zo ja, hoe vaak en wat waren daartoe de beweegredenen?
9. Op welke manier vergaart de .politie informatie over de politieke
instelling van burgers?
10. Wordt daarbij ook gebruik gemaakt van al dan niet meerderjarige
tussenpersonen?
11. Uit het bovenstaande citaat valt op te maken dat zich gegevens
over de politieke instelling van personen in de "verdachten-
karthoteek" bevinden en dat deze gegevens aan derden worden
verstrekt. Is dit niet in strijd met de geest of de letter van
bestaande wettelijke regelingen?
12. Is het college met ons van mening dat met het opslaan en ver
strekken van gegevaas over de politieke instelling van personen
de demokratische rechten van de burger en recht op privacy
ernstig worden geschaad?