Aanhangsel nr. 2.
Antwoorden op de vragen van de Raadsleden mevrouw 3. van der Werf en de heer
P.D. van der Wal, inzake de L.P.G.-installatie in de wijk Bilgaard en de
procedure met betrekking tot de afkeuring van twee schoolgebouwen in de
nabijheid van deze installatie.
1. Is het College bereid alsnog het
beroepschrift tegen de afkeuring
van de beide scholen in te trek
ken en vervolgens met de ge
neeskundige inspectie om de tafel
te gaan zitten - de PAL-fractie
heeft U er al eerder op gewezen
dat die inspectie daartoe bereid
is - om te bekijken wat de meest
geschikte procedure is om de
school te ontruimen en een ver
gunning van het rijk te krijgen
voor een noodvoorziening?
2. Is concreet aan te geven welke
verdere stappen in deze slepende
procedure gezet moeten worden en
wat voor tijdstermijnen daarbij
van toepassing zijn?
Indien er in het geval van de
L.P.G.-installatie in de wijk Bilgaard
sprake is van een gevaarlijke situ
atie, dan heeft dat gevaar niet
alleen betrekking op de in de na
bijheid gelegen schoolgebouwen, maar
ook op andere gebouwen (bijv.
woningen) in de omgeving.
Om die reden achten wij het onjuist
een oplossing van de onderhavige
problematiek na te streven door het
afkeuren van de scholen.
Een beleid gericht op verwijdering
van de L.P.G.-installatie ligt ons
inziens meer voor de hand. Wij zullen
dan ook hoger beroep aantekenen bij
de Kroon tegen de ongegrond-
verklaring van ons bij Gedeputeerde
Staten ingesteld beroep tegen deze
afkeuring. Wij zullen dit beroep
niet intrekken, tenzij nog voor de
uitspraak van de Kroon tot ver
wijdering van de installatie kan
worden overgegaan.
Wij stellen momenteel een onderzoek
in naar de mogelijkheden om met toe
passing van artikel 24- van de
"Algemene Erfpachtsbepalingen
Leeuwarden 1965" te komen tot be
ëindiging van het erfpachtsrecht om
redenen van algemeen belang, voor
zover rustende op het perceelsgedeelte
waarop de L.P.G.-installatie staat.
De resultaten van dit onderzoek
zullen binnenkort bekend zijn. Indien
daaruit blijkt, dat van een dergelijke
procedure een reële kans van slagen
mag worden verwacht, zullen wij U zo
spoedig mogelijk nadien, na de
Commissie voor het Grondbedrijf te
hebben gehoord, een daartoe strekkend
voorstel doen toekomen.