Aanhangsel nr. 5
Beantwoording vragen Pal-Fractie omtrent het door Burgemeester en Wethouders
gevoerde beleid inzake gevaarlijke stoffen.
1. Kunnen Burgemeester en Wethouders een
overzicht geven van de toestand
binnen de gemeente betreffende:
a. Meldingsplichtige stoffen; het
aantal keren dat de laatste ja
ren een transport van gevaar
lijke stoffen bij de politie
is gemeld?
b. Vergunningsplichtige stoffen;
de ingevolge de Wet op de Ge
vaarlijke Stoffen afgegeven ver
gunningen voor laden, lossen
en transport van deze stoffen,
hoe vaak gebeurt dat en wat voor
stoffen betreft het en wordt er
in deze kategorie stoffen wel
eens een vergunning geweigerd en
zoja, op grond waarvan vindt deze
weigering dan plaats?
c. Wordt de Burgemeester als hoofd
van de gemeente op de hoogte ge
steld bij vervoer van gevaarlijke
stoffen en hoe vaak gebeurt dat?
1. Voor een overzicht van het aantal
meldingen en toestemmingen e.d.,
als door U bedoeld, verwijzen wij
U naar de hierbij gevoegde bijlage.
Reden voor het weigeren van een
toestemming voor het laden en los
sen, als bedoeld in artikel 6 van
bijlage 2 van het Reglement betref
fende het Vervoer over Land van
Gevaarlijke Stoffen is er de laats
te jaren niet geweest.
Het vragen van de hierbij bedoelde
toestemming en/of het melden ge
schiedt formeel aan de Burgemeester.
De aanvrage komt binnen bij de
Commissaris van Politie.
2. Heeft het College overwogen of over
weegt het, gezien het feit dat het
bijzonder moeilijk is om een route
vast te stellen voor het vervoer
van gevaarlijke stoffen (gelet op de
verkeerssituatie op de rondweg), een
algemeen verbod op het vervoer van
route- en vergunningplichtige stoffen
in te stellen?
3. Is het College met ons van mening
dat de gemeente Leeuwarden er bij
het rijk op moet aandringen dat ge
zien de gevaren verbonden aan LPG,
het wenselijk is om LPG onder de in
de Wet op de Gevaarlijke Stoffen
genoemde routeplichtige stoffen te
plaatsen, mede gelet op de bevoor
rading van LPG-tanks in woonwijken
en welke stappen denken B W te
nemen om dit te bewerkstelligen?
2. Op grond van artikel 5 van bijlage 2
van het Reglement betreffende het
Vervoer over Land van Gevaarlijke
Stoffen is het alleen mogelijk een
route voor het vervoer van aangewezen
gevaarlijke stoffen vast te stellen.
Een algeheel verbod op het vervoer
van vorenbedoelde stoffen is niet
mogelijk. Indien een route is aange
wezen, dient behoudens ontheffing
deze route te worden gevolgd. In een
te verlenen ontheffing zal de meest
veilige route, om de plaats van be
stemming in de bebouwde kom te be
reiken, worden aangegeven. Overigens
is de vraag of al dan niet een route
gevaarlijke stoffen zou moeten worden
ingesteld, in studie.
3. Bij besluit van de Staatssecretaris
van Verkeer en Waterstaat van 14
januari 1981, nr. A-5/V 20175, is
onder meer LPG aangewezen als "route
plichtige stof".