Vraag 3. Waarom is genoemd onderzoek van DHV destijds niet in de raadscom missie besproken? Vraag 4. Waarom heeft het twee jaar geduurd alvorens men daadwerkelijk rea geert en doet wat twee jaar gele den al was geadviseerd en hoe heeft uw vertegenwoordiger zich in de projectgroep opgesteld in de zen? Antwoord Eerst is nagegaan of er voor de in de notitie aangegeven maatregelen wel geld beschikbaar zou worden gesteld door het Ministerie. Vanaf het moment dat het geld beschikbaar kwam ont stond er de ruimte om na te gaan of de ingeslagen weg voor de grondwater sanering wel deugde en of men de verwachte resultaten op die manier wel zou kunnen bereiken. Dit zou duidelijk moeten worden door- middel van het haalbaarheidsonderzoek. Over de oorzaak en de opzet van dit onder zoek is de raadsadviescommissie eind 1990 via een raadsvoorstel geïnfor meerd. Dit voorstel is op 7 februari 1991 in de raad behandeld. Antwoord Op 8 september 1989 heeft DHV als adviseur van het bodemsaneringspro ject aangegeven dat de grondwatersa nering niet optimaal verloopt. Daar bij is tevens aangegeven dat meer onderzoek noodzakelijk is waarbij in afwachting van de resultaten daarvan nagegaan zal worden welke maatregelen genomen kunnen worden om het huidige grondwatersaneringssysteem optimaal te laten functioneren. Tevens is in deze vergadering besloten tot het opstellen van een document nazorg. Vervolgens heeft de provincie bij VROM om verhoging van de financiële toezeggingen verzocht; hetgeen in eerste instantie geweigerd werd. Op 8 juli 1990 is er toch nog een akkoord bevinding van VROM ontvangen, waarna in augustus 1990 de offertes van DHV inzake het haalbaarheidsonderzoek besproken zijn. Hierna is van de provincie een brief ontvangen met de stand van zaken zowel financieel als technisch en hebben wij bij de raad een aanvullend krediet aangevraagd waarin aangegeven is dat de grondwa tersanering niet optimaal verloopt. Deze kredietaanvraag is in december 1990 in de commissie Milieu en Stads beheer behandeld. In deze kredietaan vraag is de doelstelling van het haalbaarheidsonderzoek aangegeven namelijk: nagaan of het grondwater binnen de gehanteerde uitgangspunten gesaneerd kan worden. Bovendien wordt in deze kredietaanvraag melding ge daan van het document nazorg. De afspraken die tijdens dit proces in de projectgroep zijn gemaakt zijn vanwege de gemeentelijke vertegen woordiger onderschreven, waarbij voortdurend gewezen is op nakoming van eerdere afspraken ter zake van termijnen en financiering Vraag 5. Waarom is bovengenoemde informatie niet naar de raad (of commissie) doorgespeeld en heeft deze afwij zing van de rijksbijdrage gevolgen voor onze in mei vastgestelde bij drage van f 125.060,-. Antwoord In het kader van het bodemsanerings programma 1991 is als gemeentelijke bijdrage een krediet beschikbaar gesteld van f 125.060,- voor "de opzet van het document nazorg, de milieuhygiënische begeleiding van het project, de kosten van de aannemer voor de dagelijkse begeleiding en instandhouding van de sanering, de kosten voor analyses van peilbuizen en bemalingswater, de reiniging van het onttrokken water en de kosten voor directievoering en begeleiding door gemeente en provincie". Thans is vooruitlopend op de herover weging de huidige grondwateronttrek king geëxtensiveerdDit leidt tot een aanzienlijke besparing van de uitvoeringskosten, die naar verwach ting (door de provincie aangegeven) opwegen tegen de kosten betreffende het heroverwegingsonderzoek. Derhalve is er op dit moment geen aanleiding extra krediet aan te vragen. Dit wordt naar alle waarschijnlijkheid anders als de resultaten van het heroverwegingsonderzoek bekend zijn. Het verwijderen van de grond boven de B-waarde wordt globaal geraamd op 6,5 miljoen gulden excl. BTW terwijl de sanering van het slib minimaal 7,5 miljoen excl. BTW gaat bedragen. Dit zijn echter nog zeer globale ramingen waaraan niet te veel waarde kan wor den gehecht. Een en ander is afhanke lijk van de resultaten van het her overwegingsonderzoek en de te kiezen variant inzake de verdere aanpak van de sanering. Vraag 6. Antwoord. Wil het college er bij de project- Zeker, groep op aan dringen volledige openheid van zaken te geven om trent de gang van zaken in de afgelopen jaren en alle stukken ter inzage te geven aan de commis sie Stadsbeheer en Milieu? Vraag 7. Is het college voornemens om door te gaan met het schoonmaken van de grond van het Hoeksterend teneinde hier woningbouw ta kunnen realise ren? Antwoord Van onze kant wordt het meest optima le saneringsresultaat nagestreefd. Waarbij realisatie van woningbouw uitgangspunt blijft.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1991 | | pagina 53