Bent u met ons van mening dat ambtenaren in een positie van op sporingsambtenaren worden ge plaatst? Neen. Het rijksbeleid vraagt de laatste jaren om een strengere con trole op het verstrekken van col lectieve voorzieningen. De uitvoe ring van het voorstel-koppelingswet is onderdeel van dat kabinets beleid. Het gaat daarbij om niet rechtmatig in Nederland verblijven de vreemdelingen in beginsel uit te sluiten van het gebruik van collec tieve voorzieningen teneinde ille gaal verblijf tegen te gaan. Zoals bekend worden in het voorstel uit zonderingen gemaakt ter zake van noodzakelijke medische zorg, rechtsbijstand en leerplichtige kinderen. De uitvoering zal in de praktijk niet zozeer met behulp van opspo ring in de klasssieke zin van het woord plaatsvinden, maar gebruik maken van de koppeling van compu terbestanden, waarbij de vraag beantwoord moet worden of de ge vraagde voorziening kan worden ver leend. Het ligt overigens niet in de rede te veronderstellen dat er een grootscheepse jacht op illega len zal plaatsvinden. In het over leg met de Kamer heeft het Kabinet aangegeven prioriteit te willen geven aan het uitzetten van illega le vreemdelingen, die zich crimi neel gedragen. Tenslotte willen wij wijzen op de constistente lijn bij overheidshandelen: men kan niet blijven zeggen dat illegalen het land dienen te verlaten en tegelij kertijd toestaan dat gebruik kan worden gemaakt van allerlei collec tieve voorzieningen. Kunnen zij hiertegen bezwaar aante kenen, op basis van gewetensbezwa ren? Wij verwijzen hierbij naar het ant woord onder 2. In zijn algemeenheid willen wij hierbij opmerken dat het wetsvoorstel uiteraard een parle mentair-democratische gang kent. Een eenmaal aanvaard wetsvoorstel dient te worden uitgevoerd. Dat laat onverlet dat er zich situaties kunnen voordoen, waarin gemeenten om redenen van klemmende humanitai re aard een zwaarwegend advies aan de Staatssecretaris zouden kunnen geven. Een motie met die strekking heeft het niet gehaald. 2 Is het college alsnog bereid een protestbrief naar het Kabinet te sturen en mede te delen dat -in navolging van andere gemeenten- Leeuwarden niet wenst mee te werken aan de uitvoering van de Koppe lingswet? Wij willen overigens wel op dit aspect in het toegezegd overleg van de Staatssecretaris met de gemeen ten in VNG-verband terugkomen. Wij zullen het Kabinet van onze zorgen omtrent het ontbreken van een realistisch uitzettingsbeleid en een effectief terugkeerbeleid op de hoogte stellen. Bovendien zullen wij pleiten voor een adequate uit voeringspraktijk van het koppe lingsprincipe. Nu de afbouw van de decentrale opvang (ROA) ter hand wordt genomen, krijgt de gemeente te maken met de uitzettingsproble- matiek. Thans geldt dat de gemeente zelf standig een zorgvuldigheidstoets uitvoert ter zake van een uitzet- tingsverzoekGedurende deze toets worden de uitkering en de woonvoor ziening van de uitgeprocedeerde asielzoeker niet stopgezet. Dat verandert bij de invoering van de Koppelingswet en zal moeten worden overgegaan tot uitzetting. Indien er geen adequate opvang voor niet- verwijderbare asielzoekers, cq. geen effectief terugkeerbeleid is, dan is de illegaliteit voor de hand liggend. De vraag kan gesteld wor den of dit humanitair verantwoord is ten aanzien van een betrekkelijk kleine groep, die zich al lang in ons land bevindt. Wij willen deze materie ook verder bespreken in ons eerstvolgend over leg met Friese AZC-gemeentenWij zullen u van de verdere ontwikke lingen via de Commissie Welzijn op de hoogte houden. Leeuwarden, 4 februari 1997. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1997 | | pagina 6